zondag 7 augustus 2016

Woensdag 11 mei 1977

Met Jan Meyling naar een wel heel bijzonder concert geweest dat werd verzorgd door het N.F.O. onder leiding van Charles de Wolff. In het programma staat dat er een symfonie van Dvorak volgt na de pauze en daarvoor de ouverture 'Die Meistersinger von Nurnberg'. Maar neen hoor, men had het programma, evenals bij het vorige concert, omgegooid en wat dit keer de reden was is onbekend.
Het N.F.O. greep terug naar het 4de Brandenburgs concert, dat evenals twee weken geleden nagenoeg bezweek in deze race met de tijd en akoestisch in de vrij lege zaal bovendien ging zwemmen.
Er werd echter een hoop goed gemaakt door de solist van vanavond, de Zweedse mezzo sopraan Birgit Finnila. Zij zong de 'Kindertotenlieder' van Mahler, nog eens vijf liederen van dezelfde componist, gevolgd door drie liederen van Jean Sibelius waarbij de soliste op de piano begeleid werd door Rudolf Jansen.
Vanwege ziekte kon het oorspronkelijke en in de krant aangekondigde werk van Bartok - muziek voor strijkers, slagwerk en celesta - niet uitgevoerd worden. In de pauze hoorde ik van een 'ingewijde' dat er doodeenvoudig geen ruimte beschikbaar was om te repeteren. Het Thorbecke-college zou gedurende de examens last hebben gehad van het N.F.O. Het blijft natuurlijk belachelijk dat het bestuur voor twee huurders op dezelfde dag en tijdstip een zaal reserveert. Knullig.
De sopraan Finilla heeft een zeer fraaie stem die tot grote hoogte kwam in de 'Kindertotenlieder'. Al haar registers zijn even warm, wendbaar en kleurrijk en al die mogelijkheden staan volledig in dienst van een intense voordracht, die perfect is overwogen en voorbereid, maar nooit een bestudeerde of gekunstelde indruk maakt.
De liederen van Mahler 'aus der Jugendzeit' kregen schitterend de tomeloze jeugdige hevigheid van hartstocht, gevoel, uitdagende overmoed en smart; die van Sibelius hun ontroostbare weemoed en (in het laatste) wanhoop. Wat een beeldende présence, wat een prachtige verfijnde pianopartijen.
Het applaus was hard en heftig en terecht: wat een stem!
Na dit alles hadden we moeten vertrekken maar goed, Wagner's ouverture kon er ook nog wel bij. Het werd een echte uitsmijter, massief en nadrukkelijk gespeeld en daardoor extra overdonderend. Nu kan het wel weer even.
Na het concert zijn Jan en ik een glas gaan drinken in de Blauwe Engel waar hij weer begon te zeiken over Pieter-Jan. Ik was moe en kon er niet goed tegen en heb  het pand verlaten op weg naar mijn bed. Morgen weer werken bij Mossel & Versteege, de meest ellendige 'betrekking' die ik tot nu toe heb gehad. Hele dagen van 9 tot 6 in een winkel staan lullen over elektronische orgels. Het is een bepaald slag mensen die zo'n ding kopen maar het zijn er wel veel want die rotzooi is niet aan te slepen. Gelukkig is het maar een tijdelijk baantje en dat is maar goed ook want dit is niet vol te houden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten