zondag 30 augustus 2015

Zondag 11 januari 1976 (G)

Gisteren met Sybren vertrokken voor een weekendje Amsterdam. Achteraf moet ik constateren dat het allemaal wat teleurstellend verliep behalve het concert van vanmiddag dat we (Ineke en ik) in het concertgebouw hoorden.
Maar goed, na aankomst in m'n geliefde stad zijn we nog even naar boekhandel Allert de Lange gegaan op het Rokin. Veel nieuws was er niet maar dat komt omdat wij beide goed op de hoogte zijn wat er zoal verschijnt. In het hotel aangekomen bleek er weer een nieuwe eigenaar te zijn dit keer in de vorm van een vreselijk wijf met een overdreven Amerikaans accent die ons per persoon 20 gulden afnam voor een afschrikwekkende vieze kamer met bedden waarop lakens en dekens die te goor waren om aan te pakken. Maar goed, we hadden ja gezegd gezien vorige prettige ervaringen met dit hotel maar dit was wel de laatste keer. Verdere details zal ik achterwege laten alleen dat de vrouw er op stond dat we de kamer cash zouden betalen en niet met een girobetaalkaart dus dat gaf ook weer stampij.
Maar nu genoeg gekletst, tijd voor het concert. Het zou beginnen met Strawinsky's 'Jeu de Cartes' maar om onduidelijke reden had de dirigent Ferdinand Leitner besloten Strauss' 'Der Burger als Edelmann' op het programma te zetten. Deze muziek heb ik op de plaat o.l.v. Rudolf Kempe maar de interpretatie van Leitner doet er niet voor onder. Zeer goed gespeeld vanmiddag, een genot om naar te luisteren. Leitner is geen dirigent van grote gebaren en overdreven pathetiek maar dit werk van Strauss, waarvan je zou denken dat het enorm veel vergt van de musici en dirigent, ging moeiteloos. De muziek is geweldig en toonde Strauss' verfijning op het gebied van orkestratie dat echter  niet kon verhinderen dat tegen het end de vermoeidheid bij mij toesloeg na zoveel verschillende klankkleuren.
Nadat we waren bijgekomen van dit 'geweld', kregen we het klarinetconcert van Mozart met als solist Piet Honingh in dit overbekende concert. Ik was van te voren niet enthousiast want je hoort dit werk zo vaak, dat er weinig nieuws onder de zon is. Een vergissing zo bleek al spoedig. Honingh wist er een voortreffelijke uitvoering van te geven (met muziek op de standaard, dat wel) en dat is nogal wat want de klarinet is in dit concert vrijwel continue 'aanwezig' en krijgt weinig rust. Eigenlijk is het een langgerekte cadens.
In de pauze heb ik de handtekening van Honingh gevraagd en gekregen. Die van Leitner heb ik na het concert gehaald op aanraden van iemand uit het Concertgebouworkest. Meestal trek ik me hier niks van aan maar ik weet niet meer waarom dit keer wel. Hoe dan ook, ik heb 'm en dat is belangrijkst.
Na de pauze een symfonie van Haydn wat even als de voorgaande stukken vlekkeloos werd uitgevoerd. Hier hoorde je dat de dirigent een uitgesproken voorkeur heeft voor Haydn en Mozart etc. want werken van Wagner en Mahler zijn volgens mij niet aan hem besteed. Ik kan me natuurlijk gigantisch vergissen maar wat ik probeer te zeggen is dat ik Leitner niet de Ring des Nibelungen zie dirigeren. Ik weet niet hoe ik er bij kom, het is een gevoel. Belachelijk natuurlijk want evengoed is het wel mogelijk en zul je zien dat de man binnenkort met alle symfonieën van Anton Bruckner op de proppen komt. En vervolgens het Gesamtkunstwerk van Wagner. Toch zou ik de voorkeur aan Haitink geven.
Na afloop hebben we gechineesd en met de trein van 19:00 terug naar hier.

Donderdag 18 december 1975 (G)

Vanavond met Henk (een jongen van kantoor) naar een concert geweest van de G.M.V. Frans Bruggen, Bob van Asperen en Anner Bijlsma speelden werken van Bach. Het moest dus wel storm lopen voor dit drietal want zo vaak komen deze musici niet langs. Er zaten veel jongelui in het publiek die waarschijnlijk kwamen voor Bruggen want hij is hot heden ten dage.
De G.M.V. had besloten het concert in de Grote Zaal te brengen maar ik moet zeggen dat het geluid van een klavecimbel, een fluit en een viola da gamba in zo'n forse ruimte enigszins gaat 'zweven'. Men heeft het commerciële aspect laten prevaleren boven het artistieke want als gevolg van het bovenstaande, viel het geluid zwaar tegen. De mooie intieme muziek van sonates en partita's  is geschikt voor een kleine ruimte en niet in de Grote Zaal. Men had zelfs stoelen op het podium gezet om iedereen een plaats te geven, dat zie je ook zelden. Er was dus ruime belangstelling.
Wij zaten ook op het podium en het was leuk om dit keer eens de zaal in te kijken i.p.v. andersom. Bruggen gaf een mondelinge toelichting op de uit te voeren werken maar daar was geen snars van te verstaan. Hij sprak naar de zaal toe en dus met de rug naar ons en dat was misschien de reden dat we er geen woord van konden horen. Gelukkig speelde hij snel na de inleiding sonate BWV 1035 want daar was immers het wachten op. De inzetten van Bruggen waren niet altijd even zuiver maar dat was snel vergeten door het mooie spel van de basso continuo. Wat is het toch verrukkelijk die muziek van Bach, groots! Het enige dat ik opving van Bruggen's betoog is dat van de zeven fluitsonates er eigenlijk maar drie van Bach zijn.
Toen ik de zaal betrad overkwam mij een schok der herkenning want het klavecimbel was geleend van Everdien Daanje (in het programmablaadje staat haar naam als uitlener) en het kon dus niet anders of zij moest er ook zijn. Dat bleek inderdaad het geval want in de pauze zag ik haar staan met die flapdrol van een Ebo die het slijm langs z'n bek keer op keer weg likte. Vieze man. Niettemin enige woorden gewisseld met haar en gevraagd naar de kinderen. Vroeg naar d'r toekomstplannen en ze vertelde dat ze een keer per week les had van Van Asperen en overwoog naar Den Haag te verhuizen. Ze vroeg hoe het mij verging en heb vanzelfsprekend gezegd dat het uitstekend ging en meer van die blabla. Had ook geen trek om in de pauze van het concert en in aanwezigheid van die kobold uitvoerig op haar vragen in te gaan. Ik bemerkte opeens dat de weerstand die ik de laatste maanden gevoeld had in onze relatie, weer kwam opzetten. Dat moeilijke gedoe dat zoveel mensen afstoot, dat nerveuze heen-en-weer bewegen, het onsympathieke gepraat waar ik me enorm aan geërgerd heb de afgelopen twee jaar. Gelukkig is het voorbij en de enige herinnering die over zijn gebleven zijn haar brieven die ik zorgvuldig bewaar en wat spullen uit de tijd van de stichting Ricercare toen ik nog dacht dat Everdien wereldberoemd zou worden als klavecinist en ik bereid was daar alle, alle moeite voor te doen. Die verering, die verafgoding haast is gelukkig voorbij.
Terug naar het concert: Bob van Asperen speelde het Italiaans concert ongelooflijk mooi. Daarna kregen we nog een fluitsonate BWV 1034 dat een heerlijke afsluiting was van een gedenkwaardig concert door drie topmusici van Nederlands bodem. Maar of de mensen achter in de zaal alles hebben gehoord, betwijfel ik.
Na het concert natuurlijk de handtekeningen gehaald van alle drie.

woensdag 26 augustus 2015

Woensdag 19 november 1975 (G)

Vanavond mer Robbert W. naar een concert geweest van het N.F.O. Twee premières deze avond voor de leden van het orkest t.w. de symfonie van Arriaga en de integrale uitvoering van 'El sombrero de tres picos' van Manuel de Falla. Men begon met de symfonie van Arriaga dat vervelende matte muziek is zonder enige diepgang of een opmerkelijk fragment. De componist heeft zeer goed naar Haydn geluisterd maar wat-ie daarna zelf maakte, is een slap aftreksel. Niks aan.
Het pianoconcert van Ravel zou gespeeld worden door Monique Haas maar wegens ziekte werd ze vervangen door Christina Ortiz die er werkelijk een verbluffende uitvoering van gaf. Hoe het toch mogelijk is dat iemand zo'n 'afgespeeld' werk als dit pianoconcert van Ravel als ware het nieuw vertolkt, zal altijd wel een raadsel blijven. Werkelijk uitmuntend spel en het is moeilijk onder woorden te brengen wat er dan door mij heen gaat. Ik zat vooraan en kon de handen van de soliste zeer goed zien, dat geeft toch een extra dimensie aan de verbazing. Ortiz speelde met een souplesse dat uniek was en een betere vervangster had het N.F.O. zich m.i. niet kunnen wensen.In een woord: uitmuntend!
In de pauze een praatje gemaakt met de soliste die Robbert en mij vriendelijk te woord stond. Dat leverde de gebruikelijke handtekening op,
Na de pauze het stuk van de Falla. De sopraan heeft een bescheiden partij, niet langer dan hooguit twee minuten. Het stuk opent met handgeklap en castagnetten en verderop een bonte mengeling van crescendo's maar naarmate het vorderde, vond ik het ook vervelender worden. Alleen in het laatste gedeelte wat inderdaad een finale! is, werd het iets boeiender. Daar heb ik ook met plezier naar geluisterd.
Na het concert zijn Robbert en ik naar The Duke gegaan en hebben daar Ypke ontmoet. Uiteindelijk ben ik met hem (Ypke) naar z'n kamer gegaan in de Aquamarijnstraat alwaar wij samen de nacht hebben doorgebracht. 't Was weer 'ouderwets' en ik laat  de eerdere bezwaren maar weer varen. Kom er niet los van lijkt het wel.
Lieve jongen.

zondag 23 augustus 2015

Woensdag 12 november 1975 (G)

Wat een geweldige ontdekking vanavond: de muziek van Guiseppe Verdi! Er komt in mijn ruime platenkast niet een enkele opname voor van zijn opera's terwijl ik ontdekt heb vanavond dat het geweldige muziek is! en ook nog geweldig uitgevoerd ook. Fantastisch was de sopraan Luisa Bosabalian, een geweldige stem, een fabelachtige beheersing en een voordracht om nimmer te vergeten. De zaal (volle bak gelukkig) was ook duidelijk ingenomen met haar en gaf na elk nummer staande ovaties. En dit keer volkomen terecht want ze deed ontzettend haar best.
De bas Hubert Waber mag er trouwens ook zijn. De tenor daarentegen  had z'n avond niet, hij zong met moeite de hoge noten, eerder een beetje binnensmonds. Het mooist vond ik de fragmenten uit Otello. Het publiek was zoals gezegd dankbaar en begroette de solisten en de dirigent Charles de Wolff steeds luidruchtig.
Ik zou zowat zeggen dat ik in de pauze handtekeningen heb gehaald van alle solisten waarbij Hubert Waber zo vriendelijk was de groeten er bij te schrijven.
Na het concert nog even naar The Duke geweest en daar B.M. ontmoet die ik al wel van gezicht kende maar nog nooit een woord mee wisselde. Ik nodigde hem uit bij me te overnachten omdat-ie de bus naar Veendam had gemist. Een erg mooie jongen trouwens die wat weg had van Ypke maar een totaal ander mens is. Godzijdank.
Hoop 'm nog is weer te zien maar erg waarschijnlijk is dit niet.

Maandag 10 november 1975 (G)

Met Ineke naar de Kleine Zaal geweest voor een recital door de tot Amerikaan genationaliseerde Joegoslaaf Eugene Indjic. Uitsluitend Chopin stond op het programma en het werden, zo bleek, de meest virtuoze. Het was de hele avond een grote stortvloed van techniek waarbij ik me afvroeg of het niet al te spectaculair was continue werken te spelen die stuk voor stuk de grenzen van wat mogelijk is, overschrijden. (Zelfs in de toegift kregen we een virtuoos werkje van Debussy en even later nog een van Chopin. Indjic was onvermoeibaar kennelijk).
Voor de pauze waarin een kleine verandering - de Berceuse verviel en werd vervangen door een Ballade - begon het direct al goed met de Fantasie opus 49 wat een geweldig werk is maar wat m.i. wel wat vergt van een pianist. De zaal reageerde enthousiast en klapte veel en hard. Toch had ik op een gegeven moment de indruk dat het misschien te veel was, een overmatig pedaalgebruik en een gebeuk dat pijn deed aan je oren zo nu en dan. Dit maakte de avond memorabel maar met de kleine kanttekening dat ik eventjes geen Chopin meer kan horen. Dit was te veel van het goede. De Poolse componist is prachtig maar de hele avond aan een stuk door...?
Na afloop van het recital zijn Ineke en ik naar de solistenkamer gegaan waar de pianist ons erg aardig te woord stond. Naast de gevraagde handtekening krabbelde hij nog een enkel vriendelijk zinnetje.

Woensdag 5 november 1975 (G)

Alleen naar de concertzaal geweest voor het NFO-concert. Het bestond uit werk van Strawinsky, Berio, een compositie van de soliste van vanavond Cathy Berberian en Janacek. Men begon met een beroerde uitvoering van 'Pulcinella'. Dat, tezamen met de Vuurvogel en sommige delen uit de Sacre, is nog wel te pruimen maar dan houdt mijn belangstelling voor deze componist echt op. Ik vind het in het algemeen zulke vervelende langdradige rot muziek, dat ik me moet beheersen de zaal niet te verlaten. De liederen die Berberian zong van Strawinsky waren afschuwelijk vervelend en ik weet hierover dan ook geen woord te zeggen. Wil ik ook niet want ik vind ze naar, een mens wordt
agressief van zoveel ongebreidelde onzin.
Berberian zou 'Chansons hebraique' van Ravel zingen maar op een bijgevoegd stenciltje werd meegedeeld dat dit niet door ging omdat de orkestpartijen niet op tijd waren gearriveerd. We konden in plaats daarvan genieten van een solo optreden. Dat geschiedde en je staat verbaasd over de fabelachtige techniek en de niet te geloven mimiek, kortom de indrukwekkende voordracht van Cathy Berberian dat vooral in 'Sequenza III" van haar man Luciano Berio een hoogtepunt bereikte. Keelgeluiden, klappen van de tong en een perfect stemgeluid maakte het optreden tot een onvergeetlijke.
Daarna een werk van Berberian zelf. Anders dan het voorafgaande was dit ietwat komischer maar haar stem werd weer optimaal gebruikt. Het was alles tezamen een prachtige gebeurtenis en ik ben blij er geweest te zijn. De zaal was slecht bezet maar toch lukte het de weinige aanwezigen de solist vier keer terug te roepen. Steeds als een toegift was beëindigd, klonk er weer een daverend applaus op in de zaal dat haar deed besluiten nog maar 'ns terug te keren. In de pauze heb ik de handtekening gehaald van deze fantastische vrouw.
Na de pauze twee fragmenten uit "Het sluwe vosje' van Janacek. De componist heeft een geheel eigen stijl die je overal in herkent. Ik hoorde vanavond delen uit Taras Bulba dat volgens mij zijn grootste werk is. De fragmenten werden overigens matig uitgevoerd.




Vrijdag 17 oktober 1975 (G)

Naar de kleine zaal geweest voor een optreden van het fameuze Orchestre de Chambre Jean-Francois Paillard o.l.v. himself. De zaal zat barstensvol wat niet zo vaak voorkomt maar dit keer dus wel. Het programma was populair als je tenminste Penderecki niet meerekent.
Het begon met het prachtig uitgevoerde Concerto Grosso opus 6 nr. 12 van Handel. Heerlijke muziek. Gevolgd door het oersaaie fluitconcert van C.Ph.E. Bach waar werkelijk geen eind aan komt. Abbie de Quant speelde weliswaar goed maar wel van papier. Geen ramp maar het concert is van een saaiheid die niet te verdragen is. De inzetten waren hier en daar 'krom' maar afgezien daarvan was een goede uitvoering. Het orkest begeleidde niet altijd even alert en dat werkt op den duur storend. Kennelijk was de repetitietijd te kort geweest.
Daarna kwam Han de Vries in het of een hoboconcert van Marcello. Met deze componist maakte ik vanavond voor het eerst kennis. Een beetje in de stijl van Corelli of Torelli, beetje 'muziek per meter', weinig boeiend kortom. De Vries kwam op, gaf z'n instrument aan de eerste violist en verdween onder algehele hilariteit om even later met een partituur terug te komen die aan de dirigent werd overhandigd. Toen kon het beginnen met De Vries als goede solist, die man weet heel veel fraaie klanken uit zijn hobo te toveren. Had 'm nog niet eerder gehoord maar was wel onder de indruk na deze eerste keer.
In de pauze de handtekeningen gehaald van beide solisten en dirigent. En toen snel terug voor het tweede deel van het concert dat begon met Penderecki. De muziek van de componist is niet zozeer mooi maar wel interessant. In deze Capriccio voor hobo en orkest werd door de strijkers niet alleen de snaren beroerd maar ook de kast. Vooral de bassen en celli moesten het 'ontgelden'. Met dit werk bleek de virtuositeit van De Vries. Het publiek applaudisseerde maar niet van harte denk ik.
Tot slot Tchaikowsky, zijn overbekende Serenade voor strijkers opus 48 met het overbekende 'Walzer'. Het werd mooi uitgevoerd en nu pas bleek het niveau van dit hechte ensemble. Als toegift speelde men een voor mij onbekend werkje.
Een goede muzikale avond was het, misschien sommige wat 'geijkte' muziek maar toch fijn om te horen.

Zondag 12 oktober 1975 (G)

Vanochtend al vroeg vertrokken met de trein van 07:30 naar Leiden. In Assen stapte Ypke op (zoals afgesproken) en samen zijn we naar z'n moeder gegaan die in de sleutelstad woont. Van daar uit naar Amsterdam waar ik naar het eerste concert in de nieuwe serie Z ben gegaan en Ypke naar familie. In het concertgebouw had ik afgesproken met Ineke (Boschloo) en samen zijn we na afloop teruggereisd naar hier precies 12 uur laten want we zaten in een overvolle trein van 19:30 uur. Een ellendige reis, ontzettend druk en daardoor zeer benauwd.
Maar nu het concert. In mijn geliefde Amsterdam speelde het Concertgebouworkest o.l.v de fenomenale maestro Bernard Haitink. Men begon met de mooie symfonie van Leon Orthel . De componist werd na de uitvoering door Haintink op het podium gevraagd waarop hij het publiek sommeerde te gaan staan maar men bleef, hoe uitzonderlijk!, mooi zitten. Het publiek dat de serie Z bezoekt is van een hoog kakgehalte, de ene nog 'gewichtiger; dan de andere. Toch weet men over 't algemeen wel waar het muzikaal gesproken om gaat vreemd genoeg. Of misschien is het niet vreemd, ik weet het eigenlijk niet. Maar "zie mij eens lopen, zien ze me wel?" is overduidelijk.
Goed. Op het programma stond na Orthel het celloconcert van Schuman, gespeeld door de Canadese celliste Zara Nelsova. Dit karig georkestreerde werk wordt gedomineerd door de cello als het ware, kan het niet anders uitdrukken. Hoewel het geluid van het instrument koud en zo nu en dan scherp was, speelde Nelsova op een Stradivarius ("Marquis de Corberon" uit 1726) waarvan je toch niet verwacht dat het dit geluid voortbrengt. Maar hoe dan ook, het was toch een gedenkwaardige uitvoering die we Godzijdank meemaakten. Het publiek stond nu wel massaal op en klapte hartgrondig.
In de pauze naar de solistenkamer gegaan en heb voor Ineke en mijzelf handtekeningen gehaald. De soliste bleek aartslelijk tot mijn schrik. Jeetje, wat erg. Dat zie je niet van een afstandje maar face to face was het even slikken. God had kennelijk z'n dag niet. Is Hem niet kwalijk te nemen, toch?
Na de pauze twee suites uit het ballet 'Daphnis et Chloe' van Ravel. De eerste kon mij niet zo boeien maar Ineke gelukkig wel zo vertelde zij na afloop. De tweede suite daarentegen, met een belangrijke rol voor de harp en de fluiten, leeg wel een waterval van prachtige klanken en vond ik mooi. Na afloop van het concert heb ik weer de gang gemaakt richting solistenkamer - of in dit geval de dirigentenkamer - en heb gewacht op Haitink. Die aangekomen een handtekening zette op het programmablad. Ik heb zijn signatuur al een keer (zondag 13 oktober 1974) maar die was met potlood neergekrabbeld, dit keer met pen.
Al met al een goed begin van dit nieuwe seizoen, ik kijk uit naar de volgende concerten.

Maandag 23 juni 1975

Vanmiddag naar een 'lunchtime recital' geweest dat gegeven werd in de St. John Smith Square, Westminster door het AEOLIAN STRING QUARTET met werken van Schumann en Beethoven. Het was de verjaardag van moeder (52!) en ik heb dit recital opgedragen aan haar.
Het kwartet heb ik op de plaat met kamermuziek van Haydn. Ze leggen de boel integraal vast op het label Argo. Vier cassettes zijn verschenen (en ik heb ik natuurlijk alle vier) en zijn stuk voor stuk juweeltjes.
Vanmiddag echter geen Haydn maar Schumann en Beethoven. Men begon met opus 41 nr. 3 van Schumann, een langdradig stuk. De leden van het Aeolian kwamen maar niet op gang, men raakte niet op dreef maar dat kan liggen aan het werk dat typisch Schumann is, geëxalteerder muziek is er niet.
Met Beethoven's quintet opus 29  (met Kenneth Essex, altviool)  gebeurde het eindelijk: men speelde zo glanzend mooi dat het genieten werd van de eerste tot de laatste noot. Dit is musiceren op het allerhoogste niveau. Met een schrik kwam ik weer in de werkelijkheid maar had liever nog geruime tijd willen doorbrengen in de wondere wereld van Beethoven.
Londen is de grootste muziekstad van Europa. Elke dag heb je meerdere concerten en dus ook, zoals nu, lunchtime concerten waar ensembles en solisten verschijnen waar we in Nederland een godsvermogen voor moeten neertellen (gesteld dat ze komen) maar waar je hier een zeer bescheiden entreeprijs voor betaald. Dit recital koste 60p dat neerkomt op omgerekend fl. 3.50.
Het recital werd rechtstreeks uitgezonden door de BBC. Er zat een juffrouw op het podium die met een geweldige stem de musici en de te spelen werken aankondigde. Heerlijk.
De volgende dag teruggevlogen naar Amsterdam met het vliegtuig van 14:30. Bij aankomst stonden Ineke en Sybren me op te wachten. Buitengewoon fijn.




woensdag 19 augustus 2015

Zondag 22 juni 1975 (G)

Ik schreef op 4 juni 1975 in deze map dat ik het jammer vond het vierde en tevens laatste Beethoven-concert niet te kunnen horen omdat 12 juni de datum zou zijn van mijn reis naar Engeland. Het is echter niet door gegaan in zoverre dat ik niet op donderdag 12 juni ben vertrokken maar op dinsdag de 17de. Ben een week bij William Delafield geweest en dat is altijd plezierig in alle opzichten. Hij is aardig, de omgeving van zijn grote huis in Weedon schitterend en zijn flat in Londen in de Pont Street (SW1) eveneens. Dus had ik vierde concert in de cyclus wel kunnen horen op de 12de juni maar neen, de dag er voor ben ik meegereden naar Amsterdam met de heer Wortelboer en heb de concertkaart uitgeleend aan Rietje Vaillant, vriendin van Erik.
Genoeg uitgelegd nu, mijn bezoek aan Londen (de 17de dus), waar is pas arriveerde om 22:00. De avond die ons nog restte hebben we rustig doorgebracht en dan grotendeels in een restaurant dat The Hot Pot heet. Woensdag, donderdag en vrijdag in Londen gebleven en vrijdag in de loop van de middag zijn we naar het buitenhuis gegaan in Weedon. Het werd een geweldig weekend. zonnig en heerlijk relaxed. Muziek ontdekt van William Byrd gespeeld door Glenn Gould, schitterend!
Zondagavond 22 juni zijn we terug gegaan naar Londen voor een concert in de Royal Festival Hall dat gegeven werd door het Royal Philharmonic Orchestra o.l.v. van Hans Vonk en als solist Shura Cherkassky. Men begon het concert met de ouverture Fidelio van Beethoven en dat was een prima 'binnenkomer'.
Toen de solist van hedenavond in het derde pianoconcert van Rachmaninov. Ik herinner me niet het concert eerder gehoord te hebben hoewel het eerste deel me wel bekend voor kwam maar dat kan liggen aan het feit dat het veel overeenkomst heeft met het tweede pianoconcert. Een boeiend concert in drie delen waarvan zoals gezegd het 1ste deel me deed denken aan het tweede van Rachmaninov. Er is een groot aandeel van de piano in deze concerten. Je zou kunnen zeggen dat het pianosonates zijn met orkestbegeleiding. Cherkassky speelde fantastisch en we waren ontroerd door z'n optreden en de fragiele uitstraling. Het publiek bleef na afloop maar klappen en de solist kwam maar liefst 5 x terug. Maar zoals gebruikelijk bleef het keurige Engelse publiek netjes in het pluche zitten. In Nederland was men na 2 seconden al opgestaan om een staande ovatie te brengen.
In de pauze handtekeningen gehaald van dirigent en solist. Beminnelijke man die Cherkassky, hij bleef maar praten en praten. Hans Vonk stond er grijnzend bij.
Na de pauze de 'Vuurvogel' (The Firebird) van Strawinsky. Ben geen grote liefhebben van deze muziek. 'Concerto en re' en 'Pulcinellea' vind ik wel te pruimen maar deze muziek komt maar moeizaam binnen. Uitzondering hier want ik haast me er bij te zeggen dat deze uitvoering zo overweldigen was, dat ik het er bijkans koud van kreeg. Vonk was groots en had de boel volledig onder beheersing. Hij had elke partij in de smiezen en dat resulteerde in een uitvoering die ik niet licht zal vergeten. Vooral het laatste deel met pauken en xylofonen en bellen en weet ik veel wat voor instrumenten er nog meer aan te pas komen, was indrukwekkend.
Hans Vonk kreeg een stormachtig applaus, kwam 5 of 6 keer terug op het podium en het duurde enige tijd voordat de zaal tot rust kwam. Eindelijk was het concert ten einde en ik weer een mooie ervaring rijker.

Vrijdag 26 september 1975

Het Concertgebouworkest trad op in onze stad! Je denkt dat het storm zou lopen maar dat was niet geval: als er 500 mensen zaten in de Grote Zaal dan was het aan de hoge kant. Onbegrijpelijk en hen die er niet waren vanavond hebben iets gemist.
Men speelde onder de directie van de Japanner Ken-Ichiro Kobayashi met als solist in het eerste van Chopin, Alwin Bar. Het programma opende mat een ouverture van een mij totaal onbekende componist Emil Nikolaus von Reznicek geheten. Leuk maar niet buitengewoon.
Daarna het pianoconcert. Bar speelde het eigenzinnig en non-conformistisch en soms te snel naar mijn smaak maar over het algemeen toch wel verdomd goed. Zijn spel was dikwijls gedreven en mooi (vooral in het tweede deel) maar ook onbeteugeld met slordigheden en al te veel vrijheden waardoor met name het rondo moeilijk te volgen was.
Na afloop was de man duidelijk uitgeput en nam, zich vasthoudend aan de piano, het applaus in ontvangst en keerde zich vele malen om om de eerste violist Herman Krebbers een handje te geven.
In de pauze ben ik vertrokken omdat ik had afgesproken met Ypke M. Was bang hem mis te lopen en besloot om te gaan.

Donderdag 2 oktober 1975 (G)

Vanavond naar het eerste concert geweest in het seizoen 1975/1976 van de GMV. Het werd verzorgd door de bariton Bernard KRUYSEN met als begeleider Gerard van Blerk. De recitals werden vorig seizoen nog in de schouwbrug gegeven maar nu is men overgegaan naar de kleine zaal, door sommige 'creamatorium-aula' genoemd. Qua publiek is dat misschien wel handig want het merendeel is ver boven tachtig.
Het geluid is me trouwens niet tegen gevallen maar die banken zijn een regelrechte aanslag op je zitvlak. Keihard ook in de rug laat zodat je steeds moet schikken en schuiven. Doodvermoeiend. De zanger van hedenavond maakte echter een hoop goed met zijn geweldige stem en dito voordracht. Hij begon met liederen van Francis Poulenc en Maurice Ravel ('Deux melodies hebraiques') voor de pauze. Vooral de laatste vond ik prachtig. Heb deze werken op de grammofoonplaat ook door Kruysen dus was al een beetje voorbereid. In het echt klinkt het toch anders.
Na de pauze liederen van Modest Moussorgski en in het Russisch gezongen. De vertaling van de titels van de liederen stond afgedrukt in het boekje zodat het summier was te volgen. De liederen van Schumann die daarna op het programma stonden waren wel te volgen maar opvallend was dat dat niet Kruysen's repertoire is. Hij is duidelijk gespecialiseerd in de Franse liedkunst dat hem voortreffelijk af gaat.
Als toegift gaf hij nog een lied van Schumann maar dat weet ik niet zeker. Wel zeker is dat hij 'Hommage a Francis Poulenc' uitvoerde gevolgd door 'Chanson a boire'  van Ravel vooraf gegaan door een daverende ovatie.
Van Blerk is een volgzame attente begeleider die hier extra vermelding verdient. Had 'm al een keer eerder gezien en gehoord in een recital met cellist Anner Bijlsma. Het was trouwens leuk te lezen dat Kruysen naast zijn drukke schema nog tijd vindt om aan diepzeeduiken te doen.
Een goed begin van het GMV-seizoen! Een geweldige avond dat zeer goed bezocht werd. Na afloop de 'obligate' handtekening gehaald dat Kruysen vergezeld liet gaan met de krabbel: 'Avec mon meilleur souvenir'.
Aardig.



Zondag 13 april 1975 (G)

Vanavond naar de schouwburg geweest voor een optreden van het wereldberoemde QUARTETTO ITALIANO met werken van resp. Mozart, Webern, Schubert en na de pauze Beethoven's opus 59, nr. 2. Het is jammer dat het programmaboekje zo weinig informatie geeft. Er staat bijv. niet in dat het opusnummer 59 drie strijkkwartetten bevat met als titel Rasumowski. Maar ondanks de beperkte informatie werd het toch een grandioze avond. Alleen al het tweede deel van de avond met de '6 bagatellen' opus 9 van Webern was erg boeiend.
Het GMV organiseert in 't vervolg haar concerten in de kleine zaal , heb er niet veel vertrouwen in want de schouwburg leent zich met name voor kamermuziek. De banken in de kleine zaal zitten ietwat oncomfortabel en het over het algemeen wat oudere publiek neemt daar waarschijnlijk niet graag plaats.
Beethoven was zo heerlijk - als toegift speelde het kwartet het Scherzo uit opus 135 van de hem - opus 59 nr. 2 werd zo hemels gespeeld dat je je waande in een andere wereld. Die vier mensen zijn ook perfect op elkaar 'ingespeeld' dat het een lust voor het oog was het kleinste hoofdknikje te zien dat voldoende was voor een nieuwe inzet. Zo nu en dan doet het zelfs gekunsteld aan dat het er op lijkt dat men speelt zonder enige animo. Het tegendeel is echter het geval.
In de pauze vier handtekeningen gehaald voor het kwartetleden. Ze sieren prominent het programmaboekje. Een prachtige en onvergetelijke avond die ik in mijn hart koester en meedraag.

Zondag 20 april 1975 (G)

Net teruggekeerd uit Amsterdam (liftend) na een wild weekend. We, Sybren en ik, waren zaterdagmiddag vertrokken per trein en hadden een hotel geboekt Impala geheten. Des avonds zijn we naar een film geweest over David Hockney "A bigger splash' in Cinetol en hebben toen de kamer opgezocht. Uitgeput.
De volgende dag ben ik naar het concertgebouw getogen voor het laatste concert in de serie Z, seizoen 1974/1975 met daarin als solist Igor Oistrach, viool (de zoon van....). Dirigent was de herstelde Bernard Haitink. Het concert opende met de onvoltooide van Schubert in een gedenkwaardige uitvoering. Daarna het door mij nog niet eerde gehoorde tweede vioolconcert van Sergej Prokofjew met als solist de eerder genoemde Oistrach. Een wisselvallig werk, pijn aan de oren maar ook weer niet slecht of i.d. Behalve het 2de deel (Andante assai) met de mooie inleiding van de hobo ondersteund door celli, is er weinig spectaculairs aan dit concert.  Het is dan ook niet makkelijk iets over de interpretatie te schrijven. Het lijkt me moeilijk voor de man in de stad te spelen waar zijn vader onlangs overleed.
In de pauze handtekening gehaald (de spanning om handtekeningen te halen is een beetje weg, het is te gemakkelijk geworden, het echte 'jagen' is er niet mer bij) en daarna terug naar de zaal voor het geweldige werk van Ravel, 'Le tombeau de Couperin'. Dit werd, oorspronkelijk voor piano, bezit zo'n pathos dat je je nauwelijks kunt voorstellen dat het voor piano geschreven is. Maar de orkestversie is ook heerlijk om te horen.
Na 'Le tombeau' het nog niet eerder gehoorde 'La valse'. God, wat een spektakel, wat een kracht! Haitink stond te springen op de bok maar hield de gelederen in bedwang. We hebben hier te maken met een van de grootste dirigenten van deze tijd en dat vond het publiek kennelijk ook want de (staande) ovatie duurde maar aan. Haitink was duidelijk ontroerd toen er bloemen werden aangeboden en sloeg de handen voor de ogen.
Kortom een geweldig concert afgezien dan van Prokofjew dat geen grote indruk op me maakte. Dat kon echter niet verhinderen dat ik zoals zo vaak weer enigszins buiten mezelf het gebouw verliet.
Na dit middagconcert ben ik naar Willem van Gaal op de Nassaukade gegaan om te eten om daarna weer naar het concertgebouw te gaan dit keer voor een pianorecital door de pianist Garrick OHLSSON die inviel voor de door ziekte verhinderde Jeremy Menuhin. Ook dit was een laatste recital van een serie van zeven waar ik een abonnement op had genomen maar waar ik weinig profijt van heb gehad omdat ik de minstens de helft niet heb bezocht, Beetje dom een abonnement te nemen voor recitals die op de maandagavond worden gegeven want ik had van te voren kunnen weten dat dan moeilijk wordt naar hier terug te keren. Maar goed, ik had geen verplichtingen morgen dus was het mogelijk dit recital te bezoeken. Duur trouwens, 45 gulden was de prijs van een kaartje, rij 23 nr. 12,
Ohlsson speelde geweldig. Hij begon met een Haydn-sonate, heerlijk vlotte ongecompliceerde muziek en prachtig gespeeld. De pianist had er duidelijk zin in en dat was te horen en te zien. Daarna Liszt. 'Benediction de Diau dans la solitude' gevolgd door "Funerailles'. Stormachtige muziek, wilde akkoorden, daarna weer ingehouden om vervolgens weer uit te halen. Interessant.
In de pauze handtekening gehaald van deze geweldenaar die het programma besloot met de preludes van Chopin opus 28. Allerlei nocturnes en etudes zijn er in verwerkt de een nog mooier dan de andere. Als toegift trakteerde Ohlsson ons op een nocturne en een wals, eveneens van Chopin.
Het was vermoeiend twee concerten op een dag maar de moeite waard!





dinsdag 18 augustus 2015

Woensdag 17 september 1975 (G)

Vanavond het openingsconcert gehoord van het NFO dat onder leiding stond van Charles de Wolff

wordt vervolgd

Donderdag 30 januari 1975

Vanavond met Sybren en Willem naar 'The Rake Progress' van Strawinsky geweest. Een opera in drie bedrijven en een epiloog op tekst van W.H. Auden en C. Kallman. De muzikale leiding had Hans Vonk. Joanna Bruno als Anne en David Hillman als Tom Rakewell blonken uit met hun mooie stemmen resp. sopraan en bas. De muziek echter is zo onsamenhangend en vervelend dat ik blij was toen de laatste noten klonken. Tegen a-tonaal aanhangende muziek, voeg daarbij de slechte akoestiek van de Stadsschouwburg en dito geluidskwaliteit, en het drama is compleet. De tekst was absoluut niet te verstaan, ze smolten tezamen in de ruimte van de schouwburg en was een grote brij van klanken. Onbegrijpelijk dat men opera's nog steeds in dit gebouw brengt, het klinkt afschuwelijk!
Een klavecimbel had men op een zijbalkon geplaatst omdat op het te kleine toneel in deze bezetting geen plaats was. De blazers die er onder stonden deden hun uiterste best een geluid te produceren maar je had de indruk dat het geluid van boven kwam. Het geluid bleef als het ware hangen middenin.
Neen, ik ga niet weer naar een opera van Strawinsky. Afgezien van de Vuurvogel en een stuk voor blazers in drie delen, vind ik zijn muziek doorgaans geen reet aan. En dan zeker niet naar een opera in de schouwburg. Toneel, ballet het is allemaal goed maar een opera wil hier niet.

Vrijdag 12 december 1975

Vanavond naar de Kleine Zaal geweest voor een optreden van de wereldberoemde gitarist Julian Bream. Het viel tegen. Ik had 'm al eerder gehoord op 26 november 1974 tijdens een avond van de GMV. Misschien was ik vanavond ook niet helemaal erbij want werd vanochtend gebeld door Otto Dubois dat-ie besloten had te gaan scheiden van Annemarie. Hem kennende zal het niet makkelijk worden de situatie in de hand te houden, deze klap bij heldere hamel. Morgen ga ik naar Amsterdam om hem een beetje op te beuren voor zover dat kan.
Terug naar Bream. Hoewel in het programmaboekje staat dat hij voor de pauze de luit zou bespelen en na de pauze gitaar, werd het volledige recital op de gitaar afgewerkt want de luit was kapot. We nemen nu maar aan dat dit waar is want het komt geregeld voor dat het publiek maar iets op de mouw krijg gespeld. Dan is dit stuk, is die verhinderd of misselijk...een heel scala aan smoezen bedenken ze om maar niet door de mand te vallen.
Eerlijk gezegd was het me iets te veel van het goeie, de hele avond gitaar hoewel de man natuurlijk een geweldige virtuoos is. Op het programma stonden werken van o.a. Bach, Da Milano, Sor, Mendelssohn Bartholdy en Walton. Bream hutselde de namen door elkaar dus op een gegeven moment wist je niet meer wat-ie speelde. Hij hield zich duidelijk niet aan het programma maar dat gaf niet. Toch was hij niet op dreef op de een of andere manier. En nogmaals, een hele avond gitaar is me te veel. Zo interessant vind ik dit instrument ook weer niet. Dat neemt niet weg dat als deze Engelsman weer onze plaats aandoet, ik weer van de partij ben want het blijf verbazingwekkend wat hij uit de gitaar weet te halen.
Hij was de tweede in de gitaarserie die begon met een concert door de gebroeders Abreu op 25 oktober 1975 jl. Een handtekening van Julian Bream heb ik niet gehaald omdat deze al staat op het programmaboekje van zijn vorige optreden.

Woensdag 10 december 1975 (G)

Vanavond het NFO gehoord tijdens een der abonnementsconcerten in de grote zaal van het cultuurcentrum. Had me zeer verheugd op het vioolconcert van Sibelius in de uitvoering van Christian Ferras maar die was verhinderd omdat-ie het 'vorige weekend betrokken was bij een auto ongeluk', zo was te lezen in het programmaboekje. Een enorme smoes. Ik ben er pertinent van overtuigd dat dit bericht onjuist is: een van de redenen kan zijn dat Ferras er op het laatste moment geen zin meer in had of dat de directie van het NFO besloot de uitnodiging in te trekken omdat de violist toch de duur was. Dat hij niet kwam vanwege een auto ongeluk is m.i. gelul.
Voor Ferras kwam in de plaats Ulf Hoelscher en das was geen slechte vervanger. Hoewel hij niet Sibelius speelde maar het veelgehoorde vioolconcert van Tsajkofski, opus 35. Hij gaf een redelijke soms wat slordige interpretatie waarin herhalingen voorkwamen die mij nooit eerder opvielen in dit concert.
De solist stond werkelijk te springen op het podium vooral bij de iets 'heitere' delen. Dat spel maakte kennelijk indruk op het publiek want men begon al te klappen na het eerste deel en het concert bestaat toch echt uit drie delen dames en heren. Stom volk. Kort samengevat: mooi gespeeld, Ferras was snel vergeten, mooie avond.
Ik zou haast vergeten het openingsstuk van het concert te noemen, n.l. 'Passacaglia en Cortege' van Matthijs Vermeulen. Nog nooit langdradiger en vervelender muziek gehoord. Het zou verboden moeten worden dit in een concertzaal uit te voeren. Of waar dan ook.
In de pauze ben ik vertrokken na eerst nog een handtekening gehaald te hebben van de violist. Had geen zin in het werk dat verder nog op het programma stond, de vijfde symfonie van Shostakowitch. Ben de laatste tijd oververmoeid en het leek me beter naar huis te gaan. Komt waarschijnlijk door die nieuwe baan. Nog een vluchtig woord gewisseld met Roel van Liemburg en Marjan Aalten die ik tegen het lijf liep en toen snel vertrokken.

maandag 17 augustus 2015

Zondag 30 november 1975

Het derde concert in de serie Z! Ineke en ik zijn vanochtend om half elf naar Amsterdam vertrokken voor dit concert waarop ik me erg verheugde. De laatste tijd ben ik nogal gesteld geraakt op de muziek van Maurice Ravel en vanmiddag werd zijn 'Valses nobles et sentimentales' uitgevoerd daterend uit de jaren 1911/12. Het Concertgebouworkest stond onder leiding van Kirill Kondrasjin en die combinatie staat natuurlijk garant voor een flitsende uitvoering maar de vonk sloeg bij mij niet over. Misschien moet je het werk vaker horen om het te waarderen.
Het Concertgebouworkest speelde hierna 'Iberia' van Claude Debussy. Ik had het nog niet eerder gehoord en dat gold voor alle werken vanmiddag. Het tweede deel 'Les parfums d la nuit'  is van zo'n verstilling en tederheid, dat ik - hoe vreemd misschien - moest denken aan de poëzie van goeie vriend Hans Warren. Binnenkort wil ik dit werk op de plaat hebben, moet nog even zien welke uitvoering. Ik denk dat Kondrasjin het niet heeft opgenomen maar dat weet ik niet zeker.
Na de pauze (ben niet naar de dirigentenkamer geweest voor een handtekening) de derde symfonie van Prokofjew. Ik ben erg dol op de pianoconcerten van de Rus en dat met name concert nr. 3. De contrasten zijn in deze symfonie opmerkelijk, dan weer enorme hoogten gevolgd door diepe baspartijen. Van het eerste deel was ik niet zo onder de indruk maar de resterende drie en dan in het bijzonder de korte finale zijn van een overweldigende schoonheid. Het concert barst van de vitaliteit en is van een bizarre verbeeldingskracht waarbij de vier delen onvoorspelbaar zijn. Ik moest denken aan een circus maar misschien is dit onterecht.
Het concertgebouw speelt onder Kondrasjin in februari '76 in onze stad en daar ga ik natuurlijk naar toe. De solist is dan Annie Fischer. Handtekeningen vragen is hier wat makkelijker. Jagers zijn hier minder dan in de hoofdstad. Maar het aanbod van concerten en recitals is hier ook minder. Wat dat betreft zou ik dolgraag in Amsterdam willen wonen maar ja......

Zondag 12 januari 1975 (G)

Dan nu het concert in de serie Z van het onvolprezen Concertgebouworkest waarop ik me zeer had verheugd. De dirigent was dit keer Eugen Jochum en de solist Christoph Eschenbach in het 5de pianoconcert van Beethoven. Men begon het concert met het langdradige 'Voorspelen uit de muzikale legende Palestrina' van ene Hans Pfitzner. Nietszeggende muziek, slappe en slaapverwekkende akkoorden en een verlangen mijnerzijds wanneer dit in Godsnaam zou zijn beëindigd. Gelukkig snel.
Daarna Beethoven en Eschenbach die ik bewonderde om zijn Mozart-sonates op de grammofoonplaat (DGG).Hij speelt deze zo beheerst en fraai in tegenstelling tot vanmiddag waarop hij m.i. slordig en nonchalant speelde. Alsof-ie haast had, de boel afraffelde om de bus te halen bij wijze van spreken.
Hij speelde dan weer zacht en bracht het geluid van een harp voort (wel knap trouwens als je de piano kunt laten klinken als was het een harp), het volgende moment knetterhard waarop ik begon te twijfelen aan de bedoelingen van de componist. Was dit wat Beethoven wilde met het Keizersconcert? zo snel en onbehouwen, beuken als het ware, dan weer flinterdun om vervolgens direct daarna de vleugel weer een ram te geven? Eugen Jochum had duidelijk moeite om de boel bijeen te houden maar slaagde er toch in door adequaat de weg van de solist te volgen. Maar zoals gezegd, het kostte wel de nodige moeite.
Eschenbach heeft enige maanden geleden het derde pianoconcert opgenomen met als dirigent de hedendaagse componist Hans Werner Henze. Werd niet al enthousiast ontvangen door de HH critici. Wanneer ik denk aan de uitvoering van het 5de hedenmiddag, dan kan ik me er iets bij voorstellen hoewel ik de plaatopname van het derde pianoconcert nog niet beluisterde.
Niettemin kon de teleurstellende uitvoering me niet weerhouden in de pauze naar de solistenkamer te gaan en een handtekening te vragen. Eschenbach zat op de vleugel i.p.v. er voor en bekeek minzaam de kleine menigte die allen op hetzelfde idee waren gekomen: signeren.
Na de pauze de prachtige 'Praagse' symfonie van Mozart waarmee Jochem niet imponeerde. Ik verheug me steeds op zo'n concert dat al lang van te voren in m'n agenda staat en als het dan zover is, valt het soms tegen. Het werd een 'gewone' uitvoering terwijl Jochum toch de dirigent is voor bij uitstek Mozart en Beethoven. En natuurlijk zijn grote liefde Anton Bruckner.
Na het concert ben ik op goed geluk naar de dirigentenkamer gestapt. J. stond te praten met een of andere mevrouw die hij na afloop van het geanimeerde gesprek een handtekening gaf in haar programmaboekje. Ik heb toen onmiddellijk van de gelegenheid gebruikt gemaakt om het mijne ook onder zijn dirigentenneus te schuiven en ja hoor: met een zwierige pennenstreek staat-ie prominent op de voorkant.
Een mens moet toch wat.

Dinsdag 7 januari 1975 (G)

Vanavond naar het derde recital geweest in de serie van de GMV. Elly Ameling was de solist, onze beroemdste sopraan van dit moment. Aan de vleugel Dalton Baldwin. Zij begon de avond met liederen uit de barok, daarna een prachtig gezongen 'Frauen-Liebe und -Leben' (Seit ich ihn gesehen, glaub'ich blind zu sein) gevold door een aantal van achtereenvolgens Poulenc, Debussy, Chabrier en Satie. Het laatste lied van Satie 'La Diva de l'Empire' kreeg van het publiek veel bijval.
Als toegift zong Ameling 'Der Auftrag' van Schumann en 'Ich liebe dich' van Grieg.
Na afloop ben ik zoals gewoonlijk naar de kleedkamers gegaan. Beide waren erg aardig en signeerden enthousiast het programmablaadje. Vooral de pianist stelde me vragen over de avond en of het naar tevredenheid was geweest. Ik brabbelde iets van 'sublieme en veelzijdige zang' en dat klonk kennelijk wel goed want een gulle lach vulde de ruimte.
Nou ja, het was een goede avond maar ik kijk nu al weer in volle verwachting uit naar de volgende: 13 april want dan komt het wereldberoemde Quartetto Italiano.

Vrijdag 14 maart 1975

Met Ineke naar de Kleine Zaal geweest waar Amsterdam Sinfonietta optrad o.l.v. Willem Frederik Bon, Op het programma werken van Mozart , Bond en Grieg. Een vermeld werk van Strawinsky werd niet uitgevoerd, de reden is onbekend.
De Serenata Notturna (KV 239) is heerlijke opgewekte muziek en werd mooi uitgevoerd. De 1ste violiste verdient hier beslist een extra vermelding. Daarna een nerveuze Marja Bon in het pianoconcert van Mozart met KV-nummer 449. Ze speelde met de partituur in de piano behoorlijk maar niet opzienbarend of bijzonder. Dat kon niet verhinderen dat ze er een paar keer 'naast' zat ofschoon dat natuurlijk ook weer niet zo verschrikkelijk is maar na drie of vier keer wordt dat storend. En lerares Maria Stroo zat tussen het 200 man koppige publiek (slecht bezet dus) dus dat kan een reden geweest zijn dat de uitvoering matig was. Maar het bekende staande applaus en vele bloemen waren haar deel. Pauze.
We hoorden 'Nocturnes voor Strijkorkest' opus 16 van W.F. Bon uit 1968.Wel boeiende muziek maar duidelijk waren de invloeden van Strawinsky. Misschien is dat wel de reden dat het Concerto in Re van de Rus niet uitgevoerd werd. Jammer want het is heerlijke muziek. Twee werken die qua vorm en bezetting hetzelfde zijn op een avond is misschien niet zo handig moet men gedacht hebben.
Na Grieg's 'Aus Holbergs Zeit' was de avond voorbij, althans het concert. Weinig interessante muziek trouwens.
Op weg naar huis hebben we bij Brigitte in de Annastraat nog een glas wijn gedronken.

Zondag 9 maart 1975 (G)

Vanochtend met de trein van 08.35 vertrokken naar geliefd Amsterdam. De reden dat ik zo vroeg vertrok was de afspraak op 11:00 met Willem van G. op de Nassaukade 328. Na de koffie bij de gastheer ben ik Concertgebouwwaarts gegaan voor het zevende concert in de serie Z van dit seizoen en tevens de voorlaatste. Het was dit keer een goedkoper treinreisje dan gewoonlijk omdat het boekenweekgeschenk van dit jaar over reizen ging en er een bon kon worden ingeleverd die recht gaf op een retourticket voor een enkele prijs. Een zgn. 'vriendenprijs-gastrechtbewijs'.
Het Concertgebouworkest stond onder leiding van David Zinman en men opende met de ouverture 'Die Zauberflote' van Mozart. Daar is verder niet veel over te zeggen behalve dat het mooi was. Misschien heb ik ook niet zo geconcentreerd geluisterd want was enigszins teleurgesteld dat Haitink niet 'op de bok' stond. In het programmaboekje - dat waarschijnlijk ver van te voren wordt gedrukt - staat de dirigent nog wel vermeld maar wegens overwerktheid was de man verhinderd en moesten we het doen met Zinman die ik trouwens al eerder had  gezien en wel op 17 maart 1974 dat toevallig ook een zevende concert was in een serie maar toen van het seizoen 1973/74. Elmer Schonberger van de Volkskrant was de volgende dag toen erg lovend. Ook nu was zijn interpretatie en direktie vooral in de zevende symfonie van Beethoven opmerkelijk en zeer overtuigend zoals we na de pauze konden vaststellen.
Hier aan vooraf eerst nog het optreden van Jessye Norman, sopraan die tezamen met de bariton John Shirley-Quirk zes liederen zong uit 'Des Knaben Wunderhorn' van Gustav Mahler. Wat heeft die vrouw een fantastische stem! Werkelijk perfect en met zo'n ingehouden kalmte en beheersing gezongen dat je op het puntje van je stoel zat, in mijn geval was dat rij 3 op het balkon en dan stoel 102. De spanning was dan ook te snijden. De bariton viel me tegen want de man was zo nu en dan niet te verstaan terwijl Norman daarentegen een prachtig verstaanbaar geluid produceerde. Norman is een naam om te onthouden want de klank van haar stem is prachtig.
In de pauze ben ik in opgewonden toestand naar de kleedkamers gerend en heb de handtekening van de solisten gevraagd en gekregen. Norman bleek 'in het echt' nog dikker dan te zijn dan vanaf het balkon. Wat een hoop mens.
Na  de pauze dus de zevende symfonie. Een genot om dit werk in de concertzaal te horen en dan in een dergelijke uitvoering. Daar kan toch een grammofoonplaat niet tegen op.
Na afloop direct naar het station gegaan om de trein van 5 uur te halen. Het was een welbestede (concert-)dag die ik me nog lang zal herinneren.

zondag 16 augustus 2015

Zaterdag 8 maart 1975 (G)

Vanavond naar "Avond der Piano's" geweest met Janine Dacosta in het pianoconcert van Schumann, Wayenberg met Grieg  en als derde Michel Block met Beethovens Vierde. Daartussen nog een werk voor drie piano's  en orkest van Wayenberg. Maar allereerst Schumann dus, door Dacosta smetteloos gespeeld maar wel wat oppervlakkig zonder een opmerkelijke interpretatie. Dan kan bij dit pianoconcert ook niet want het is typisch Schumann: geëxalteerd en dan weer slaapverwekkend. Er is geen touw aan vast te knopen.
Daarna Grieg met Wayenberg oftewel Wayenberg met Grieg want de pianist ging weer eens ouderwets op de showtour en dat heeft de Noorse componist helemaal niet nodig. Fraai gespeeld dat dan weer wel maar Wayenberg kon nauwelijks op z'n kruk blijven zitten en 'manipuleerde' door dit optreden de uitverkochte zaal.
Na de pauze zijn eigen werk wat ik niet geweldig vond. Het overige publiek kennelijk ook niet want het applaus kwam matig op gang en klonk vervolgens lauw. Gek is dat er wel een staande ovatie kwam en dat is opvallend want in andere landen (bijv. Engeland) gebeurt dat nauwelijks of er moet wel iets heel uitzonderlijks zijn uitgevoerd. Mensen blijven daar rustig in hun stoel zitten en dan doen we hier dus niet, hier gaan we en masse staat ook als het matig is en dat was dit stuk van de treinenfreak.
Tot slot Michel Block* met de vierde van Beethoven in een grandioze vertolking! Prachtig gespeeld, een opvallend toucher dat ontroering teweeg bracht en zo subtiel op momenten dat dat kon, dat het na afloop het hoogtepunt was van de avond. Ik was werkelijk onder de indruk hoe een veel gespeeld werk als de vierde van Beethoven bij deze pianist als 'nieuw' klonk.
Na afloop ben ik weer gaan 'jagen' en en dat is gelukt. Alle drie gaven ze me welwillend een krabbel.
* Hij won in 1960 (volgens het programmaboekje maar volgens mij moet dat 1963 zijn) het Chopinconcours in Warschau samen met ze nu zo beroemde Maurizio Pollini.

zaterdag 15 augustus 2015

Vrijdag 7 maart 1975 (G)

Met Ineke B. naar een concert geweest van 'The early music consort of London" o.l.v. David Munrow. Een geweldig ensemble waarin onder andere countertenor James Bowman. Wat heeft die man een prachtige stem.
Een keur van instrumenten lag naast de stoelen van de musici. Sommige werden afwisselend gebruikt in een muziekstuk. De Kleine Zaal was tot de nok toe gevuld en ik denk dat er wel 600 mensen zaten en stonden terwijl het al vol is als er 400 zitten. Wat dat voor krankzinnig beleid is om zo'n zaal vol te proppen is voor mij een raadsel, ongevaarlijk is het ook niet want er zal maar paniek uitbreken.
Het programma begon nadat een van de musici het podium betrad, een fragment speelde op een instrument gevolgd door een tweede musicus die hetzelfde deed, toen een derde enzovoort tot het moment waarop Bowman opkwam. Een leuk moment was na afloop toen ik naar achteren liep maar een gezelschap aantrof dat maar door mekaar liep al doende de vele instrumenten in te pakken. Munrow ontwaarde ik in de kluwen van mensen en was zo vriendelijk het programmablad te signeren. James Bowman kwam ik gelukkig ook tegen en deed 'm de groeten van mijn lieve vriend William wat hem duidelijk verraste. Hij was ongelooflijk vriendelijk en vertelde dat-ie bij terugkeer van de tournee zeker Delafield zou ontmoeten maar dat het nog wel enige tijd op zich liet wachten  want "we have to travel to Antwerp, Paris, Cologne and Strasbourg". Ook hij signeerde het begeleidende programmablad. Die mensen reizen wat af.
Een fantastische avond heerlijke muziek uit de 13de, 14de en 15de eeuw over boeren, vorsten en boeren (bijv. Der neue Bauernschwanz uit het Glogauer Liederbuch), veelsoortige instrumenten waarvan sommige zo'n aparte naam hebben zoals citole, tabor, gemshoorn, cornemuse enz. Na het concert dwong het publiek een toegift af gevolgd door een tweede.

3 maart 1975 (G)

Vanavond met Ineke B.naar de schouwburg geweest voor een optreden van de 'bariton' Fons Jansen. Een geweldig leuke avond met liederen van Beethoven, Schubert en Schumann. Hij had daarnaast diverse cantate aria's van Bach bewerkt, stuk voor stuk met een grappige tekst. De begeleiding was prima en Frans van Dalen deed behalve dit ook nog een solo n.l. een werkje van Debussy. Wat weet ik niet meer.
Jansen vertelde dat wanneer iemand begon over de 'Winterreise' van Schubert, hij altijd de neiging had onmiddellijk naar Lissone Lindeman te gaan. Een grappige vondst.
In de pauze even naar zijn kamer gelopen voor de gebruikelijke vraag. Na de voorstelling borrel bij Peter en Henric.

26 februari 1975

Vanavond met Willem S. naar de stadsschouwburg geweest voor een balletavond door het Nationale Ballet. Men begon met Kwintet  van Hans van Manen en daarna Pyrrische Dansen (hierna PD) van Toer van Schayk. Deze twee balletten zag ik reeds eerder en wel op 29 oktober 1974 en kwamen toen uiterst teleurstellend bij mij over. Waarschijnlijk is de gezondheidstoestand daaraan debet geweest want de balletten maakten dit keer op mij een goede indruk en dan met name PD. Ik was er dit keer bij want herinner me dat ik een paar maanden geleden zo beroerd was dat ik moeite moest doen om te concentreren.
De muziek bij PD is erg fascinerend en dat versterkte het visuele. Er was nog een kort ballet tussen PD en het werk na de pauze Adagio Hammerklavier, getiteld Pas de Deux La Sylphide (uit Graduation Ball) van David Lichine. Een 5 minuten durend stukje dat net genoeg was. En die pauze wilde maar niet komen want het volgende werk was van Rob van Woerkom op muziek van Franz Schubert. Hoewel het decor en kostuums van Jean-Paul Vroom mij niet zo erg aanspraken , maakte het ballet wel een overweldigende indruk. Vijf jongens en vijf meisjes die voortdurend apart opkwamen uit de coulissen, door elkaar bewegen en weer af gaan, weer opkomen met andere bewegingen zonder elkaar aan te raken en dat ging zo maar door. Vooral danser David Loring is er goed, hij danste alle balletten mee deze avond behalve het werk na de pauze.
Het hoogtepunt was het ballet na de pauze: Adagio Hammerklavier. Muziek is van Ludwig van Beethoven uitgevoerd door Cristoph Eschenbach. Ik zag dit werk van Van Manen al eerder en wel op 27 februari 1974 maar toen werd deze prachtige choreografie door het rabarberpubliek de vernieling in geholpen. In 1974 legde ik nog niets vast dus kan de reden van de mislukte avond niet achterhalen.
Dit is een geweldig werk voor drie paren die afwisselend van elkaar opkomen en dansen alsof ze zweven. De muziek is wonderschoon en hoe Van Manen het voor mekaar kreeg 24 minuten de spanning vast te houden zonder een moment te verslappen, is een machtige prestatie. God nog aan toe, wat is dit mooi!

Donderdag 20 februari 1975

Vanavond naar het zo beroemde gezelschap 'Internationale nieuwe scene" geweest met Mistero Buffo. Ik was blij er naar toe te kunnen want vooral huisgenoot Sybren vertelde mij er veel positieve dingen over en ik ging dan ook vol verwachting zitten in het pluche van onze schitterende schouwburg in het gezelschap van Ineke B.
Het was in een woord walgelijk. Zo mateloos goedkoop 'geëngageerd' toneel, zo vol Marx en trawanten en 'het volk aan de macht' onzin, dat we besloten in de pauze te vertrekken. Er was gelegenheid literatuur over en van Marx te kopen. Ook kon je grammofoonplaten aanschaffen voor twintig gulden per stuk om daarmee 'onderdrukte volkeren' te steunen. Wanneer je  tegenwoordig niet over socialisme lult en aanverwante kretologie scandeert, dan ben je niet 'in'. Hier werd duidelijk vanavond propaganda gemaakt voor een socialistische staat onder het motto dat het volk altijd al uitgebuit is. Ze willen zo mogelijk 'arbeiders' bereiken - bestaan die nog? - maar het publiek bestond hoofdzakelijk uit langharig, halfgaar studententuig dat de mogelijkheid kreeg na afloop van gedachten te wisselen met het ensemble.
Ik zie het voor me: lullen tot je ons weegt terwijl je nog nooit een letter van Marx las.
Een vreselijke avond.

Ter inleiding

Dit is een blog waarop concerten, recitals, toneel, dans staan vermeld in de vorm van een "eigen recensie" uit de jaren 1975 tot 1985. Sommige namen zult u zich niet meer herinneren, anderen zijn er nog! Talloze evenementen bezocht ik in de loop van die jaren. Ik was toentertijd ook hevig geïnteresseerd in een handtekening van een al dan niet beroemde solist en liefst in het programmaboek. Dat was soms een hele strijd voor de solistenkamer want er kwamen meer mensen op het idee het begeleidende boek te laten signeren. En niet iedere solist was daar van gediend en hield de deur potdicht.
Maar zoals gezegd, heel vaak lukte het wel. En alle programmaboekjes bestaan nog met handtekening en al. Als dat het geval is, dan staat er in de titelbalk (G van gesigneerd) en als dat niet het geval is dan staat er niks. Simpeler kan niet.
De 'recensies' die ik schreef zijn min of meer in de vorm van een dagboek. Nu vind ik het onvoorstelbaar dat ik daar in die jaren zoveel tijd in stak. Heb besloten de mappen niet weg te gooien maar de inhoud via een blog prijs te geven. Kan ze daarna altijd nog weggooien en dat staat dan ook te gebeuren.
Het zijn 7 dik gevulde mappen. Van Oistrach tot Karajan, van het Quartetto Italiano  tot het Nationaal Ballet, het is er allemaal.....Mooie concerten, mooie avonden maar ook teleurstellende.
Lees het maar.

De grootsheid van J.S.Bach.....


woensdag 12 augustus 2015

Zondag 16 februari 1975 (G)

En dan nu het hoogtepunt in onze culturele reis. Een concert in de Royal Festival Hall. Smorgens zijn William en ik vertrokken uit Weedon voor een bezoek aan Londen om vervolgens daar aangekomen om 15:15 uur naar het concert te gaan. Solist bij het London Philharmonic Orchestra was Annie Fischer en de dirigent Georg Solti. Solti zag ik de eerste keer op 26 september 1974 in Amsterdam met het orkest uit Chicago en wat me toen niet is gelukt, lukte nu wel: hij zette een handtekening in het programmaboek en ook kreeg ik van de pianiste een vriendelijke blik en een signatuur.
Hoewel ze het overbekende pianoconcert KV 491 niet vlekkeloos speelde, bleek uit haar interpretatie toch zo'n geweldige nuancering en verfijning, dat het langdurige applaus zeer zeker op z'n plaats was. Na het korte bezoek in de pauze aan de kamer van Fischer probeerde ik die van Solti te bereiken maar een dame (later bleek dat het de echtgenoot was van de dirigent) zei dat ik na het concert terug moest komen. Op mijn opmerking dat ik de indruk had dat Solti niet scheutig was met het uitdelen van handtekeningen, reageerde mevrouw Solti met "I think, Sir Georg Solti is of the most friendly conductors in the world and of course he will give you after the concert his signature". En inderdaad, nadat ik gedurende het aanhoudende applaus naar de kleedkamer was gehold, zag ik Georg Solti haastig z'n kamer induiken op de voet gevolgd door mij want opgeven was er niet bij en ik wachtte net zo lang tot de dirigent het programmaboek signeerde.
Ik zou vergeten te melden dat de tweede symfonie van Edward Elgar een geweldig fraai stuk muziek is. Hier en daar een beetje 'Mahleriaans', ook vol kracht en vol met thema;s die voortdurend wijzigen en elkaar in rap tempo opvolgen. Fascinerend! Solti is een driftige dirigent als ik zo mag uitdrukken. Niet zoals bij Karajan geladen en emotioneel maar zeer zakelijk en strak.
Deze reis naar Londen, waar het muziekleven op zo'n hoog en vrijwel onnavolgbaar niveau staat, was de fijnste reis tot nu toe sinds ik Engeland 'ontdekt' heb. Dit alles dank zij de genereuze support van mijn alleraardigste vriend William Delafield.