maandag 17 augustus 2015

Zondag 12 januari 1975 (G)

Dan nu het concert in de serie Z van het onvolprezen Concertgebouworkest waarop ik me zeer had verheugd. De dirigent was dit keer Eugen Jochum en de solist Christoph Eschenbach in het 5de pianoconcert van Beethoven. Men begon het concert met het langdradige 'Voorspelen uit de muzikale legende Palestrina' van ene Hans Pfitzner. Nietszeggende muziek, slappe en slaapverwekkende akkoorden en een verlangen mijnerzijds wanneer dit in Godsnaam zou zijn beƫindigd. Gelukkig snel.
Daarna Beethoven en Eschenbach die ik bewonderde om zijn Mozart-sonates op de grammofoonplaat (DGG).Hij speelt deze zo beheerst en fraai in tegenstelling tot vanmiddag waarop hij m.i. slordig en nonchalant speelde. Alsof-ie haast had, de boel afraffelde om de bus te halen bij wijze van spreken.
Hij speelde dan weer zacht en bracht het geluid van een harp voort (wel knap trouwens als je de piano kunt laten klinken als was het een harp), het volgende moment knetterhard waarop ik begon te twijfelen aan de bedoelingen van de componist. Was dit wat Beethoven wilde met het Keizersconcert? zo snel en onbehouwen, beuken als het ware, dan weer flinterdun om vervolgens direct daarna de vleugel weer een ram te geven? Eugen Jochum had duidelijk moeite om de boel bijeen te houden maar slaagde er toch in door adequaat de weg van de solist te volgen. Maar zoals gezegd, het kostte wel de nodige moeite.
Eschenbach heeft enige maanden geleden het derde pianoconcert opgenomen met als dirigent de hedendaagse componist Hans Werner Henze. Werd niet al enthousiast ontvangen door de HH critici. Wanneer ik denk aan de uitvoering van het 5de hedenmiddag, dan kan ik me er iets bij voorstellen hoewel ik de plaatopname van het derde pianoconcert nog niet beluisterde.
Niettemin kon de teleurstellende uitvoering me niet weerhouden in de pauze naar de solistenkamer te gaan en een handtekening te vragen. Eschenbach zat op de vleugel i.p.v. er voor en bekeek minzaam de kleine menigte die allen op hetzelfde idee waren gekomen: signeren.
Na de pauze de prachtige 'Praagse' symfonie van Mozart waarmee Jochem niet imponeerde. Ik verheug me steeds op zo'n concert dat al lang van te voren in m'n agenda staat en als het dan zover is, valt het soms tegen. Het werd een 'gewone' uitvoering terwijl Jochum toch de dirigent is voor bij uitstek Mozart en Beethoven. En natuurlijk zijn grote liefde Anton Bruckner.
Na het concert ben ik op goed geluk naar de dirigentenkamer gestapt. J. stond te praten met een of andere mevrouw die hij na afloop van het geanimeerde gesprek een handtekening gaf in haar programmaboekje. Ik heb toen onmiddellijk van de gelegenheid gebruikt gemaakt om het mijne ook onder zijn dirigentenneus te schuiven en ja hoor: met een zwierige pennenstreek staat-ie prominent op de voorkant.
Een mens moet toch wat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten