woensdag 19 augustus 2015

Zondag 20 april 1975 (G)

Net teruggekeerd uit Amsterdam (liftend) na een wild weekend. We, Sybren en ik, waren zaterdagmiddag vertrokken per trein en hadden een hotel geboekt Impala geheten. Des avonds zijn we naar een film geweest over David Hockney "A bigger splash' in Cinetol en hebben toen de kamer opgezocht. Uitgeput.
De volgende dag ben ik naar het concertgebouw getogen voor het laatste concert in de serie Z, seizoen 1974/1975 met daarin als solist Igor Oistrach, viool (de zoon van....). Dirigent was de herstelde Bernard Haitink. Het concert opende met de onvoltooide van Schubert in een gedenkwaardige uitvoering. Daarna het door mij nog niet eerde gehoorde tweede vioolconcert van Sergej Prokofjew met als solist de eerder genoemde Oistrach. Een wisselvallig werk, pijn aan de oren maar ook weer niet slecht of i.d. Behalve het 2de deel (Andante assai) met de mooie inleiding van de hobo ondersteund door celli, is er weinig spectaculairs aan dit concert.  Het is dan ook niet makkelijk iets over de interpretatie te schrijven. Het lijkt me moeilijk voor de man in de stad te spelen waar zijn vader onlangs overleed.
In de pauze handtekening gehaald (de spanning om handtekeningen te halen is een beetje weg, het is te gemakkelijk geworden, het echte 'jagen' is er niet mer bij) en daarna terug naar de zaal voor het geweldige werk van Ravel, 'Le tombeau de Couperin'. Dit werd, oorspronkelijk voor piano, bezit zo'n pathos dat je je nauwelijks kunt voorstellen dat het voor piano geschreven is. Maar de orkestversie is ook heerlijk om te horen.
Na 'Le tombeau' het nog niet eerder gehoorde 'La valse'. God, wat een spektakel, wat een kracht! Haitink stond te springen op de bok maar hield de gelederen in bedwang. We hebben hier te maken met een van de grootste dirigenten van deze tijd en dat vond het publiek kennelijk ook want de (staande) ovatie duurde maar aan. Haitink was duidelijk ontroerd toen er bloemen werden aangeboden en sloeg de handen voor de ogen.
Kortom een geweldig concert afgezien dan van Prokofjew dat geen grote indruk op me maakte. Dat kon echter niet verhinderen dat ik zoals zo vaak weer enigszins buiten mezelf het gebouw verliet.
Na dit middagconcert ben ik naar Willem van Gaal op de Nassaukade gegaan om te eten om daarna weer naar het concertgebouw te gaan dit keer voor een pianorecital door de pianist Garrick OHLSSON die inviel voor de door ziekte verhinderde Jeremy Menuhin. Ook dit was een laatste recital van een serie van zeven waar ik een abonnement op had genomen maar waar ik weinig profijt van heb gehad omdat ik de minstens de helft niet heb bezocht, Beetje dom een abonnement te nemen voor recitals die op de maandagavond worden gegeven want ik had van te voren kunnen weten dat dan moeilijk wordt naar hier terug te keren. Maar goed, ik had geen verplichtingen morgen dus was het mogelijk dit recital te bezoeken. Duur trouwens, 45 gulden was de prijs van een kaartje, rij 23 nr. 12,
Ohlsson speelde geweldig. Hij begon met een Haydn-sonate, heerlijk vlotte ongecompliceerde muziek en prachtig gespeeld. De pianist had er duidelijk zin in en dat was te horen en te zien. Daarna Liszt. 'Benediction de Diau dans la solitude' gevolgd door "Funerailles'. Stormachtige muziek, wilde akkoorden, daarna weer ingehouden om vervolgens weer uit te halen. Interessant.
In de pauze handtekening gehaald van deze geweldenaar die het programma besloot met de preludes van Chopin opus 28. Allerlei nocturnes en etudes zijn er in verwerkt de een nog mooier dan de andere. Als toegift trakteerde Ohlsson ons op een nocturne en een wals, eveneens van Chopin.
Het was vermoeiend twee concerten op een dag maar de moeite waard!





Geen opmerkingen:

Een reactie posten