zondag 15 november 2015

Woensdag 5 mei 1976 (G)

Vanavond naar een concert (nu weer eens gelukkig zonder gezelschap) geweest van het N.F.O. onder leiding van dirigent John Carewe met medewerking van Marius May, cello. Een tweede Casals zou je kunnen zeggen maar deze vergelijking kan ik niet hard maken. Maar wat deze jonge cellist liet zien en vooral horen, grenst aan het ongelooflijke! Zijn perfectie en muzikaliteit grenst volgens mij aan het onwaarschijnlijke.
Hij speelde de 'Rococo Variaties" Pjotr Tsjaikofski  met zo'n zichtbare intensiteit, dat ik er welhaast ontroerd van werd. De volheid van zijn klank was overweldigend en raakte diep: hij speelde uitgesproken dansant maar tegelijkertijd superieur virtuoos hoewel nooit te nadrukkelijk. Perfect zeg maar. Superlatieven schieten te kort voor deze 18-jarige cellist maar ik denk nu achteraf dat dit het hoogtepunt was van het N.F.O.-seizoen.
Daarvoor speelde het orkest - ik zou het haast vergeten te vermelden - 'Introduction and allegro' van Elgar voor strijkorkest en strijkkwartet. Prettige goed in het gehoor liggen muziek. Wel vreemd om een strijkkwartet binnen het orkest te zien maar onder het mom "het is weer 'ns iets anders" accepteren we het grappige effect er van. Het strijkkwartet kwam trouwens weinig aan bod, de orkeststrijkers hadden het voor het zeggen. Toch speelden beide partijen goed en beheerst, soms wat weinig geaccentueerd maar met zorgvuldige beweging in dynamiek.
Na de pauze (waarin ik naar achteren ben gegaan om de handtekening van May te vragen; een aardige jongen die enthousiast reageerde op alle lof die hem toegezwaaid werd. Jacques Meijer, eerste violist van het N.F.O. die ook in de kleedkamer was, vertelde me dat-ie het niet vaak meemaakte dat iemand op zo'n jonge leeftijd al een grootheid was. May zette zijn handtekening in het programmaboekje en vroeg of-ie er iets bij mocht zetten. Daar had ik vervolgens niets op tegen) het nog niet eerder gehoorde werk 'Kol nidrei' van Max Bruch waar de romantiek in al haar glorie van afdruipt. Zoetgevooisde muziek die je niet al te vaak moet horen maar af en toe kan wel. Marius May speelde ook dit werk met een ingehouden toon, nooit lawaaierig of luid maar verfijnd en beheerst.
Het publiek was duidelijk tevreden met de solist van vanavond en hij moest maar liefst drie keer terug komen na zowel Tsajkofski en Bruch. Hij stond wat onhandig te zwaaien en liet het luide applaus over zich heen gaan. Een bijzonder jongen, gaan we nog veel van horen waarschijnlijk.
Na Bruch de eerst symfonie van een niet groot symfonicus, Schumann. Het werd werd weliswaar goed uitgevoerd onder Carewe maar desondanks kon dit werk me niet boeien. Het begint verwachtingsvol maar even later verwerkt de componist zoveel thema's door mekaar, dat het m'n aandacht niet meer kan vasthouden. Vooral het vierde deel (allegro) had er wat mij betreft niet meer achteraan 'geplakt' te worden wanneer het Scherzo geklonken heeft. Maar wanneer je dergelijke mutaties aan zou brengen, vervalt er meer uit de muziekliteratuur en niet alleen bij Schumann.
Jammer dat de belangstelling matig was, vermoedelijk omdat er een voetbalwedstrijd op de tv was. Wegblijvers hebben iets gemist.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten