maandag 12 oktober 2015

Vrijdag 9 april 1976

Met Pim Witteveen naar Midwolde gegaan voor een lezing van Hanny Michaelis, de/een ex van Gerard Reve. Ik heb na deze avond de indruk dat het aan de Grote Volksschrijver is te danken dat Hanny bekendheid geniet, zij het in kleine kring. Michaelis was van 1948 tot 1959 getrouwd met Reve.  Ze leerden elkaar kennen in 1947 bij de uitreiking van de Geerligsprijs, die dat jaar was toegekend aan Van het Reve, en waarbij Michaelis een eervolle vermelding kreeg. In 1963 maakte ze de vertaling van Reve's bundel The acrobat and other stories onder de titel Vier wintervertellingen. Het huwelijk werd ontbonden toen Reve ervoor koos voor zijn homoseksualiteit uit te komen en met een man te gaan samenleven. Ze bleven wel zeer goed bevriend.
Het werd een gedenkwaardige avond met dank aan het verwaande publiek en niet aan de uitgenodigde gast.
We kwamen rond kwart over acht aan bij de Literaire Kring Leek waar de voorzitter al begonnen was aan zijn openingswoord. In de kerk zaten welgeteld 18 mensen waarvan 14 bezoekers, de voorzitter, Pim en ik en niet te vergeten de onvoorstelbare flapdrol die Kooistra heet. De sfeer was merkwaardig en tegelijkertijd lachwekkend. Hanny trok zich er niks van aan en begon opgewekt haar gedichten te declameren uit de bundels met opvallende titels als daar zijn "Klein voorspel", "Tegen de wind in" en "Wegdraven naar een nieuw utopia". Hoe verzint een mens het: "Klein voorspel" daar heb ik wel wat gedachten bij maar die ga ik deze map niet toe vertrouwen.
Toen Hanny op dreef begon te komen en inmiddels het vierde gedicht uit haar keeltje had geperst, was er al iemand (later bleek dat de fluim Wouter heette) die allerlei moeilijke vragen begon te stellen over het verval in jouw poëzie wat een andere bezoeker (van de achttien stuks) deed verzuchten dat het misschien beter was de dichteres eerst haar werk te laten doen en dan pas vragen te stellen. Intelligente man.
Nou dat deden we dan maar. Ze kakelde maar door en kwam tenslotte tot een 10tal 'werken' waar we Godzijdank een kop koffie bij kregen uit een versleten thermoskan. Het was weer ouderwets. Het kopje koffie dat Kooista beschreef in de uitnodiging als "smakelijke verrassing" was niet waar want deze bocht was niet te drinken. Een mens lijdt wat af op dergelijke avonden.
Tot overmaat van ramp kwam na Hanny een zekere Reinder Hovinga ook nog aan het woord terwijl Michaelis, moe en uit gestreden, druk bezig was haar bundeltjes zorgvuldig in de tas te stoppen. Deze plaatselijke 'grootheid' las een hoofdstuk uit een nog te verschijnen boek. Een lulverhaal dat ik met een nauwelijks te onderdrukken glimlach heb aangehoord (aan moeten horen). Deze man heeft een typisch Groninger kop, gedegenereerd en dientengevolge afschrikwekkend. Oerlelijk kun je het ook noemen maar mijn mildheid vierde vanavond de boventoon en dat deed me besluiten, nu een dag later tijdens het schrijven van deze 'recensie', dit te laten rusten. Maar oerlelijk is-ie wel, jeetje. U kent dat wel, te kleine oorlellen, een los zittende en daardoor 'slippende' bovenprothese en kleding die duidelijk te heet gewassen is. Vaal en weerzinwekkend, zoals de man zelf.
Hovinga had er kennelijk zin in want het verhaal kwam maar niet tot een slotakkoord. Minutenlang (en dat duurt lang als je jeuk hebt van ongeduld) zeverde dit mislukte kind van een neanderthaler door en er kwam maar geen eind aan. De man raakte ogenschijnlijk enthousiast, hapte naar adem maar herstelde zich vliegensvlug om vervolgens zijn oeverloze gekrakeel onverminderd door te zetten. Een kwelling, dat kan ik de lezer verzekeren.
We dachten dat de avond wel voorbij zou zijn na deze groteske onzin, maar niets was minder waar. Hanny kwam voor de tweede keer voor ons zitten - er waren inmiddels twee bezoekers vertrokken dus waren er nog 16 over - en bracht nog een vijftal gedichten over het voetlicht waarna ze definitief de brui er aan gaf en 'open' stond voor vragen en/of aanmerkingen. Haar werk betreffende, dat heeft u wel door.
Het gesprek wat volgde tussen haar en de overige bezoekers, kan ik hier niet weergeven. De onnozelheid was zo belachelijk, dat een fatsoenlijk mens er het schaamrood van op de kaakjes kreeg. "Maakt het jou wat uit wanneer je je poëzie schrijft? ik bedoel (ik bedoel...), is het tijdsgebonden qua dag of nacht?" en meer van die ergerlijke vragen. Hanny hield zich echter groot en gaf op elke vraag, hoe dom ook, antwoord. Die waren van hetzelfde niveau als de vragen dus dat scheelt weer.
Eindelijk was het voorbij, dank u Heer. We kregen van Kooistra de uitnodiging mee te gaan naar zijn met boeken volgestouwde huis en zo kwam het dat we gevieren, de gastheer, Hanny, Pim en ik, in een veel te kleine auto naar Leek reden. Aangekomen bleek al snel dat er behalve koffie (hier ook al) geen druppel te drinken was. Geen wijn of andere versnaperingen waar een mens dringend behoefte aan heeft na zo veel ellende."Wij zijn geheelonthouders" zei Kooistra hitsig en zag zijn vrouw instemmend knikken. Geil stel waarvan eentje duidelijk in de overgang. En, ik kan het niet helpen, zij is een frappant voorbeeld van een remedie tegen de liefde want is zo lelijk als de nacht. Heb de neiging me een beeld voor te stellen wanneer ik dat soort mensen tegen kom: hoe zouden ze de liefde bedrijven? vraag ik me dan af. Toegegeven, het is een tic maar wel een leuke.
Hanny zei nog tijdens de afterparty "dat mijn werk toch ook wel een beetje geëngageerd is, bedoel ik" waar Pim en ik tijdens de terugrit hartelijk om hebben gelachen. Zal Michaelis in haar hotelbed ook wel hebben gedaan over die domme en pretentieuze Groningers in Midwolda onder leiding van Jan Kooistra.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten