zaterdag 10 oktober 2015

Zondag 4 april 1976 (G)

Vanochtend met Ineke naar Amsterdam vertrokken voor het eennalaatste concert in de serie Z van dit seizoen. Tegen enen waren we in mijn geliefde stad en haastten ons direct richting Concertgebouw waar we keurig op tijd waren. Heerlijk!
Het concert werd eindelijk weer 'ns geleid door niemand minder dan Bernard Haitink. Men begon met de 'Treurmuziek' bij de dood van Uilenspiegel uit de dramatische legende 'Thijl' van Jan van Gilse. Weinig indrukwekkend die we beide vervelend vonden en we verlangden naar het slotakkoord. Dat kwam snel Godzijdank. Pretentieuze muziek van een Hollandse 'componist' met gekke effecten van pauken, tuba's etc. die een melodie voortbrengen die omlijst wordt door strijkers. Oersaai.
Tot overmaat van ramp kwam daarna de Symfonie in drie delen van Strawinsky waarvan het eerste nog te harden is maar de overige twee - opgeblazen gedoe met moeilijke passage's voor fluit en lawaaierige hobo's - was ouderwets irritant. Moet het nog leren waarderen deze muziek van S. maar ik vrees dat dit de eerste honderd jaar niet gaat lukken.
Na de pauze de solist van dit concert, de violist Boris Belkin en wel in het 1ste concert voor viool en orkest van Niccolo Paganini. Ik had achteraf de indruk dat de inleiding van het concert niet helemaal werd uitgevoerd want op de plaat is die veel langer. Of ik moet me vergissen, het kan zijn dat op de grammofoonplaat de inleiding Da Capo wordt gespeeld en vanmiddag niet. Toch klinkt het allemaal zo onwaarschijnlijk. Vreemde ervaring. Belkin speelde niettemin virtuoos, zat er wel eens naast (vooral in het Rondo, derde deel) maar over het algemeen was het verfijnd en toch dramatisch zonder uiterlijk vertoon en met de volledige klank van de viool in alle mogelijke kleurvariaties.
Een hard en uitbundig applaus voor deze jonge Rus die vier keer terug kwam. Eindelijk was het rustig en toen ben ik vlug naar de solistenkamer gelopen waar ik Belkin beheerst vloekend aantrof tegenover zijn impresario (zo bleek). Hij vond dat-ie niet goed gespeeld had en was, ondanks tegenwerpingen van een aantal aanwezigen, niet te vermurwen.
Inmiddels was het orkest al begonnen aan Ravel's Bolero terwijl ik nog steeds in de solistenkamer stond. Want ik had de handtekening nog niet die uiteindelijk, met duidelijke tegenzin, wel in het programmaboekje werd gekrabbeld. Heb toen in de gang door een kijkraam in de deur waar de dirigent en solist door heen komen naar de trap die naar het podium gaat, het daverende slot van de Bolero gehoord en gezien. Haitink was met deze compositie weer helemaal op dreef en het werd werkelijk een onvergetelijke uitvoering van dit magistrale werk. Dat was ook wel te merken aan het publiek want het geschreeuw en gejuich was oorverdovend!
Na het concert zijn we naar café Eylders op het Leidseplein gegaan waar we hadden afgesproken met Otto Dubois die pas om half zes kwam opdagen terwijl hij een uur eerder had gezegd te komen, half vijf dus. Na wat heen en weer gepraat besloten Ineke en ik de trein te nemen van 18:30 naar Groningen met een tussenstop in Hilversum voor een maaltijd (chinees). Dat moest kennelijk zo wezen want op de terugweg zat er een aardige 17-jarige jongen tegenover ons die vertelde in dienst te zitten in Appingedam. Automonteur was-ie en hij heet Koenraad Ham, bescheiden en aardig kereltje, jammer dat ik in gezelschap was. Stuur hem wel een kaartje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten