dinsdag 8 september 2015

Zaterdag 14 februari 1976

Met Frans B. naar de Oosterpoort geweest waar het Concertgebouworkest speelde o.l.v. Kirill Kondrasjin en als solist Annie Fischer in het derde pianoconcert van L. van Beethoven. In het programmablad staat L. von maar het is toch echt L. van.
Fischer was weer 'ouderwets': een grande dame op de vleugel! Ik hoorde haar voor het eerst met het concert KV 491 van Mozart en wel op 16 februari 1975 in Londen. Herinner me nog dat ik onder de indruk was van haar speelstijl die een verfijning had die je alleen bij vroegere generaties pianisten hoort (en ziet). Maar misschien is dit wel verbeelding en raaskal ik maar wat. Is mogelijk.
Dit keer speelde ze Beethoven; beslist niet virtuoos of opmerkelijk, neen, het werd een "gewone" uitvoering. Daar is niks negatiefs aan want het derde pianoconcert is mooi en hoe je het ook uitvoert, het blijft mooi. "Niet elke noot kan even gepassioneerd zijn" (Bernstein)
In de pauze heb ik me naar de kleedkamer gehaast en heur handtekening gekregen. Heb er nu dus twee want in Londen op die dag in februari 1975 had ik ook al m'n slag geslagen. Overigens heeft Kondrasjin ook gesigneerd en dat verheugde me zeer.
Wat me minder verheugde was het werk na de pauze. Skrjabin's Derde symfonie op. 43 uit 1905. Met als ondertitel 'Le divin poeme'. Een bombastisch werk, wat een spektakel. Hier en daar waren er wel prachtige momenten maar die waren zo kort, dat je geen tijd om ze te laten zinken want het volgende lawaai stond alweer op de loer waar vervolgens geen eind aan kwam. Denk niet dat dit werk ooit een vast onderdeel zal worden van een symfonieorkest want het valt niet te pruimen. Ben benieuwd wat de recensent van het Nieuwsblad van het Noorden er over schrijft want ik zag Renske Koning paraderen in de wandelgangen tezamen met haar levenspartner Henk Kruize die, zo bleek, nog niet gestorven is aan overmatig drankgebruik. We zagen ook tot onze verbazing en verbijstering ook flapdrol Heinz Wallisch rondhuppelen en ik kan je verzekeren dat dat pijn aan de ogen doet, Wat een blaaskaak die man.
Na het concert zijn Frans en schrijver dezes naar de bar van Ruud gegaan en zijn daar, geheel tegen de bedoeling, tot sluitingstijd blijven hangen. Toen het tijd werd om te vertrekken, zijn we nog naar de kamer gegaan van een zekere Abel die we kort tevoren in de bar ontmoetten en die op mijn vroegere kamer bleek te wonen. Zelfde achternaam, zelfde kamer...hoe frappant wil je het hebben.
Daar aangekomen kregen Frans en ik woorden omdat al snel duidelijk werd dat Abel na een plaatkant genoeg van ons had een aankondigde het bed te willen betreden waar F. geen enkele boodschap aan had. Hij bleef maar oeverloos zeuren en zeuren dat er toe leidde dat ik niks anders kon doen dat het glas uit zijn knuist te rukken en in de gootsteen te gooien, althans de inhoud. Tot overmaat van ramp struikelde hij bij het opstaan en daar lag meneer languit op de vloer. Het was weer ouderwets. Ook nog schreeuwend dat-ie me nooit weer wilde zien maar dat schreeuwt hij wel vaker dus dat is oud nieuws. Maar wel blèren bij die wildvreemde jongen Abel die van schrik lijkwit werd.
Ben toch achteraf blij en opgelucht dat die vervelende man weer een poosje uit mijn leven is verdwenen. Het zijn vaak de versnaperingen die ons beide parten speelt, dan heeft Frans B. weer te diep in het glas gekoekeloerd en, ik geef het toe, de volgende keer ik. Of beide op 't zelfde moment is ook niet onmogelijk. Maar voorlopig even rust en wellicht voor een hele lange tijd.
Ben doodmoe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten