maandag 10 oktober 2016

Zaterdag 5 november 1977

Wederom naar het Concertgebouw geweest, ditmaal voor een concert door het Amsterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Anton Kersjes en als soliste Annie Fischer in het 24ste pianoconcert (KV491) van good old Mozart.
Vandaag zijn mijn lieve jongen Koert en ik naar Artis gegaan en hebben genoten van alle beesten, rare, vreemde, grappige en vooral hele mooie. We hebben gelopen, veel gepraat en niet een keer ruzie gemaakt. Gelukkig.
Ik had 'm uitgenodigd mee te gaan naar het concert. Annie Fischer speelde het concert van Mozart voortreffelijk zoals te verwachten viel. Hier en daar misschien een kleine misslag maar dat kon niet verhinderen dat het overige spel heerlijk was om aan te horen. De begeleiding door het orkest was uitmuntend en het is toch wel een verdomd goed ensemble dit AphO. Had het nog niet zo vaak gehoord en ik geloof zelfs nog nooit maar dat weet ik niet zeker.
Na de pauze de 1ste symfonie van Mahler 'Der Titan'. Had verwacht dat Koert wel onder de indruk zou komen van dit fantastische werk maar helaas had-ie er moeite mee het (volledig) te waarderen. Hij vergeleek het 'lawaai' in deze symfonie met werk van Rimsky-Korsakoff en dat gaat niet op volgens mij. Het werd bijzonder fraai uitgevoerd onder de stevige leiding van Kersjes en dan in 't bijzonder het tweede deel wat nog eens werd voortgezet in het derde deel met z'n geheimzinnige thema's.
Zo dient Mahler gespeeld te worden, 'to the point' en zonder opsmuk of overdaad. Het was jammer dat we een beetje ongelukkig zaten want helemaal rechtsboven en hoorden met name de celli en bassen maar de rest niet zo goed. Je moet in een concertzaal recht voor het orkest zitten maar het kan ook verbeelding zijn en dus onzin.
Het was fijn om met Koert naar een concert te gaan. En grappig te merken dat-ie zich niet zo goed kan concentreren en dan maar wat heen en weer begint te schuifelen op z'n stoel.
In het laatste deel zit dat ondefinieerbare dat vrijwel in alle werken van Mahler voorkomt: het is een bepaald akkoord dat vaak valt te horen en waaraan Mahler ook duidelijk te herkennen valt. In het tweede (het begin), het derde (tweede deel) en het vijfde (laatste deel) komen diezelfde akkoorden terug. Maar dat kan ook verbeelding zijn.
Tijdens het laatste deel begon er een onnozele trut ongelooflijk luid te hoesten en ik moest me werkelijk bedwingen om niet over de leuning van m'n stoel te springen en het walgelijke schepsel tot de orde te roepen door een ferme dreun uit te delen.
Morgen gaan we naar een ballet in de schouwburg. Het is erg fijn om af en toe een weekend met Koert door te brengen. Hij is aardig, attent en een beetje introvert.
Maar zo trouw als een bronstig dier kan zijn.

wordt vervolgd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten