donderdag 7 april 2016

Dinsdag 26 oktober 1976

Met de trein van 14:15 vertrokken naar Amsterdam. Hoera! De reden van dit doordeweekse bezoek aan mijn geliefde hoofdstad was een wel een heel bijzondere. Een 'opera' die al geschiedenis schreef voordat het überhaupt ergens opgevoerd was. Hansmaarten Tromp schreef in De Tijd van 22 oktober 1976 het volgende: "Geniale theatercompositie met bescheiden dosis flauwekul" en dan heeft-ie het over "Einstein on the Beach". Het was de bedoeling dat de 'opera' twee avonden in Amsterdam te zien zou zijn maar vanwege de lange voorbereidingstijd kon het alleen vanavond plaatsvinden en gelukkig hadden wij (Kees Steeman en ik) kaarten. Om kwart voor vijf was ik op het bekende adres aan de Weesperzijde - hoe komt die man toch aan zo'n prachtig huis - en we hebben het ook weer snel verlaten want de voorstelling begon om 19:00 en voor die tijd moest de maag nog worden gevuld. Dat hebben we gedaan in het café dat in de Carré kelder is gevestigd. Smoordruk. Heerlijk  voedsel en weggewerkt met veel wijn. Dat is Steeman niet goed bevallen trouwens want het eerste uur van de voorstelling was de man in diepe slaap gedommeld in zijn stoel.
Tout Amsterdam was aanwezig: van ijdeltuit Harry Mulisch tot de extravagante Mathilde Willink. Het stuk, de 'opera', duurt maar liefst vijf uur maar vreemd genoeg begint de muziek van Philip Glass nergens te vervelen. Het is moeilijk om er iets over te vertellen. Bij het betreden van de zaal zitten er twee mensen rechts op het grote toneel die een elektronisch orgel bespelen, althans daar lijkt het op. Vingers bewegen en het suggereert dat de muziek uit de kastjes komt die voor hen staan. Dan vertrekt men daar waarop een van de figuren het toneel af- en oploopt nog immer op de ritmische klanken van de muziek van Glass. Het duurt minstens een half uur. Verder gebeurt er niks. Het is allemaal surrealistisch in een prachtig decor.
Nog een scene: een bakstenen huis met op de eerste verdieping een figuur staande voor het raam bezig iets op te schrijven. Dat lijkt ook weer alsof want hij maakt schrijvende bewegingen in het luchtledige. Dan komt er een jongetje aan op een soort loopplankje waar hij met een been opstaat en het andere gebruikt om te steppen. Hij stopt voor het huis, kijkt omhoog naar het raam (een been leunend op het plankje - een soort vergrote step) en weldra komen er meer mensen aan die dezelfde houding aannemen als het jongetje n.l. omhoog kijkend naar het raam. Meer is er niet en meer gebeurt er niet.
Deze scene duurt ook weer minstens een kwartier en dan komt de volgende. Het lijkt er op dat je continue op het verkeerde been wordt gezet door Robert Wilson want als je goed en wel de scenes door hebt of denkt door te hebben, dan brengt de volgende je alweer aan het twijfelen en raak je in verwarring door het overweldigende toneelbeeld. Want de decors zijn ongelooflijk mooi en je komt ogen te kort om het te volgen. Het laatste uur - ja, we hebben het tot het einde volgehouden - met z'n vele lichteffecten werd het hoogtepunt van de avond. Tussendoor staat er een jongetje op dat af en toe papieren vliegtuigjes naar beneden gooit. Een danseres komt op en doet, op de zich eindeloos herhalende muziek, steeds vijf passen vooruit en vijf passen achteruit. Tegen de achterwand rijdt uit de rechter coulissen intussen haast onmerkbaar een levensgrote stoomlocomotief het toneel op. Als op een gegeven moment plotseling de muziek een ander thema inzet, glijdt er langs het midden van het achterdoek een neon-lichtstreep van ongeveer een halve meter breed naar beneden. Er verschijnt nog een aantal acteurs op het toneel die allen hun eigen specifieke gebaren of danspassen maken.
Verbijsterend.
Er was dus zoals gezegd geen pauze en je kon de zaal verlaten wanneer je wou en terugkeren als je zin had. Op dat idee kwamen meer mensen want het was een drukte van vanjewelste in de gangen. Mensen wilden gezien worden natuurlijk en dat is een bijzonder fenomeen. Ik heb er 'ns op gelet hoeveel lieden steeds dezelfde gang op een neer liepen in de hoop "gezien" te worden?
Een goede en 'andere' maar vooral fascinerende avond theater met een levensgrote T. Gedenkwaardig ook.
Na afloop zijn Kees en ik nog even naar het COC gegaan voor de nazit. Daarna naar de Weesperzijde om de volgende dag tegen tien uur het pand te verlaten. Dan heb ik ook wel weer genoeg Steeman gezien en wil ik graag alleen zijn. Gewandeld door Amsterdam wat het heerlijkste is dat er bestaat. Dat maakt me zo gelukkig. Wandelen door Amsterdam en te voet zie je hoe mooi het is.
Om 13:00 was ik in Americain waar mijn grote vriend Otto al op me zat te wachten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten