maandag 25 april 2016

Vrijdag 7 januari 1977

Het eerste concert in het nieuwe jaar! Hopelijk volgende er weer vele en dan liefst 'beter' dan deze eersteling want het viel zwaar tegen. Luciano Berio is een grote naam maar kennelijk niet voldoende groot om de zaal van De Oosterpoort vol te krijgen. Hij had het Concertgebouworkest meegenomen naar hier om uitsluitend eigen werk uit te voeren. Een "exclusief Berio-programma" zoals stond aangekondigd.
Men begon met het aardige 'Quattro versioni originali della Ritirata notturna di Madrid di L. Boccherini' uit 1975 gevolgd door Nones. Niet te harden deze muziek, afgrijselijk en onsamenhangend, buitengewoon irritant maar door mijn gezelschap (Roel van Liemburg) hogelijk gewaardeerd tot mijn verbazing. Wel 'grappig' zoals hij het uitdrukte. Aardige jongen trouwens deze Roel dus daar ligt het niet aan.
Chemins IV voor hobo - Werner Herbers - en strijkinstrumenten was ook niet om aan te horen. Het is waarschijnlijk een genot om te spelen maar geen genot om naar te luisteren. Er zal ongetwijfeld een theorie bestaan die verklaart hoe goed en geweldig deze muziek is maar voorlopig hoef ik die niet te horen. Berio liet zich vaak inspireren door zijn echtgenoot Cathy Berberian en dat heeft vast wel eens wat fraais opgeleverd maar dat geldt niet voor Chemins IV want het is afschrikwekkende rimram dat ik nooit weer wil (aan-) horen. Het doet pijn aan de oren. Muziek moet voor mij aanvaardbaar zijn hoe vaag dit ook is, ik moet er iets bij voelen hoe ruim dit ook te interpreteren valt. Muziek waar ik niets bij voel, die geen enkele emotie oproept behalve dan irritatie en ergernis, is voor mij geen muziek maar een aaneenschakeling van klanken. En dat kwam meermalen voor vanavond: ergernis over de composities van deze Italiaan, pretentieus gedoe, meer was het niet. Mahler, Brahms, Beethoven etc. verveelt me nooit maar moderne muziek? ik kan er niet tegen.
In de pauze zijn Roel en ik naar achteren gelopen voor een handtekening van Berio (jaja, dat wel) en hij signeerde onze programma's aan de voorkant.
Na de pauze Sinfonia uit 1968/1969, geschreven voor het jubilerende NY Philharmonic en opgedragen aan Bernstein. Swingle II (vocaal octet) zorgde voor enkele prachtige staaltjes close-harmony en hoewel dit ook geen 'groot' werk is, was het het meest aanvaardbare van de avond. Berio zal snel vergeten worden na zijn dood (dat wens ik hem natuurlijk niet toe) want zijn muziek is geen blijvertje.
Na afloop riepen er een paar idioten 'Hoera' en 'Bravo' en dat is wel extreem overdreven. Een eer die voor een componist als Berio te veel is. Het is allemaal zo nadrukkelijk gewild deze muziek, er is iets wat niet deugt aan zijn muziek en ik kan niet uitleggen wat dat precies is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten