donderdag 7 april 2016

Maandag 25 oktober 1976

Alleen naar de Stadsschouwburg geweest (de schouwburg?) voor een optreden uit de serie van de Groningsche Muziekvereeniging door het kwintet Sonata a Cinque. Abbie de Quant, fluit; Eduard Witsenburg, harp; Jaring Walta, viool; Gerrit Oldeman, altviool; Harro Ruyzenaar, cello.Het stond aanvankelijk gepland in de Kleine Zaal maar per brief werd meegedeeld dat het voortoneel van de schouwburg geschikter was. Daar dan maar met z'n allen heen. Fijn om weer 'ns in de schouwburg te zitten.
De volgorde van de te spelen stukken was (ook) gewijzigd. Waarom werd niet gezegd maar de harpist Eduard Witsenburg kwam al huppelend vertellen dat na Badings Pierné zou komen en dan pas Debussy. En na de pauze Mozart en Roussel. Op hoge toon en duidelijk opgewonden vertelde Witsenburg ons over de wijzigingen en ik vroeg me weer voor de zoveelste keer af waarom die nichten altijd maar zo duidelijk zijn over hun 'geaardheid'. Waarom niet gewoon en 'normaal' verteld zo en zo en dus zo en niets anders dan zo. Dat gaat me toch op een verwijfde (nichterige) manier waar een mens misselijk van kan worden. En dan speelt de man ook nog op een harp dus is het vooroordeel compleet! Maar het moet gezegd: waarom het een en ander niet op een normale toon over het voetlicht gebracht i.p.v. op zo'n gruwelijke nichterige manier. Afstotend en afschuwelijk.
Henk Badings, waar het programma mee begon, is duidelijk krankzinnig geweest of geworden, dat kan ook. Waarschijnlijk gefrustreerd omdat zijn muziek nergens klonk en als het tot leven werd gebracht, dan werd je zwaarmoedig en triest. Maar het is absoluut niet om aan te horen. Vreselijke muziek, echt vreselijk. De Nederlandse componisten van nu (en enkele decennia geleden) schrijven stuk voor stuk zo bloedserieus en gewichtig en mede daardoor vervelend.
Pierné was nog vervelender (hoewel Renske Koning schreef in het Nieuwsblad "Neem Pierné, de charmante lichtgewicht, zo smaakvol en knap, zelfs als zijn melodische invallen grenzen aan het banale"). Dit geblabla kan ik ook wel, zo krijg ik ook een column vol.
Toen Debussy waarover onze harp wist te vertellen dat 'kenners' van Debussy dit z'n allergrootste werk vinden, nou daar was weinig van te merken. Een uitzondering was het derde deel misschien - Final - wat opviel door zijn onnadrukkelijke subtiliteit, Maar of dit nu Debussy's allergrootste werk is.....
Na de pauze Mozart (fluitkwartet KV 285)  wat het hoogtepunt van de avond zou worden. Ongelooflijk mooi gespeeld door De Quant in tegenstelling tot de altviolist die men direct dient te vervangen. Wat een gekras van die Oldeman, niet om aan te horen. De man zat zo vreselijk ongeïnteresseerd te spelen met een uitgestreken gezicht, dat ik de neiging had het toneel op te springen om hem wakker te schudden. Ik wil waar voor mijn geld (tien gulden was een kaartje) en geen geschmier.
Na Mozart Roussel. Ook niet boeiend, weg ermee.
Na dit gedoe nog even naar de Blauwe Engel gegaan voor de broodnodige afzakker. Morgen naar Amsterdam voor een gebeurtenis waarop ik me verheug: "Einstein on the Beach", een maar liefst vijf uur durende 'opera' van o.a. Philip Glass en Robert Wilson. Geen pauze maar het publiek kan vrijelijk in- en uitlopen richting buffet of toilet. Dat zouden ze meer moeten doen: ik ben even pissen, neem daarna een drankje bij het buffet en dan kom ik weer naast je zitten. Ideaal!
Ben benieuwd. En meteen m'n 'debuut' in Carré want ben er nog nooit geweest. Tot morgen dus, de 26ste oktober. In Amsterdam, zalig!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten