donderdag 28 juli 2016

Zondag 27 maart 1977 (G)

Vanmiddag naar het voorlaatste concert geweest uit de serie Z van het Concertgebouworkest. Maar voordat ik verder ga, eerst even een paar woorden over de dag waarop Jan Meyling, Ineke en ik vertrokken naar de hoofdstad en dat was gisteren, zaterdag de 26ste maart dus. We vertrokken om half tien in de ochtend en zijn na aankomst dadelijk naar Galerie Mokum gelopen voor de expositie van Wout Muller. Jan kocht enkele weken geleden een werkje van Muller in zijn atelier (das goedkoper wordt gezegd) maar de kunstenaar stelde als voorwaarde dat het schilderij nog wel te zien moest zijn in de galerie achter het Rokin. Jan stemde daar mee in maar gunde ons alvast een blik op zijn nieuwe aankoop en dan niet in huize Meyling maar in Amsterdam.
We hebben hierna nog een bezoek gebracht aan het Stedelijk Museum en zijn vervolgens in een café in de Voetboogsteeg neergestreken voor broodjes en wijn. Daar heb ik de twee tegen half vier verlaten om een bezoek te brengen aan P(eter) N. Powell, British Councel in The Netherlands. Ontmoette deze op en top gentleman tijdens een opening in het Italiaans Instituut waar ik, hoe kan het anders, was met Cees Steeman. Steeman kent dat soort mensen, zorgt dat-ie op de uitnodigingslijst staat van allerlei instituten en galeries (al dan niet cultureel), trekt voor dat soort gelegenheden z'n beste pak aan en zegt precies op tijd Ja en Amen. Ondertussen een hapje wegspoelend met de Betere Wijn, minzaam glimlachend tegen mensen die-ie niet kent en altijd in de buurt van de catering. Heeft wel wat. Knap dat je door je aangepaste stijl en aangeleerde houding vele deuren ziet openen en, eenmaal binnen, je als een vis in het water voelt. Nogmaals, weinigen beheersen die kunst. Het vergt intelligentie en niet te vergeten een zekere mate van vaardigheid die je pas na enkele jaren onder de knie hebt maar de knieën van Steeman zijn kennelijk uit het goede hout gesneden. Fascinerend.
Had de man (P. Powell) niet weer gezien of gesproken tot de dag waarop William en ik in Amsterdam waren en hem bezochten en dat was op 18 en 19 februari j.l. Teruggekeerd in Groningen kreeg ik een uitnodiging en later nog een brief van Peter en zo is de afspraak voor dit weekend tot stand gekomen.
'k Was er rond vier uur en werd allerhartelijkst ontvangen. We praatten wat over muziek, boekdrukkunst (hij is een bezield verzamelaar) en het was ontspannen en leuk. Tegen zessen kwam er bezoek, de inhabers van de naast zijn huis gelegen galerie Siau. Twee opvallende homo's waarvan Eugène Anatole Siau de naamgever is van de galerie. Wel aardige mensen maar ik kan absoluut niet tegen dat nichterige heen-en-weer gewiebel, voel me er ongemakkelijk bij. De manier waarop ze over hun galerie spraken en de daar hangende kunst, was uit het boekje. Zo voorspelbaar en clichématig dat het haast een lachertje werd. Heb me weten te beheersen.
Maar goed, ze verdwenen Godzijdank en na nog wat versnaperingen zijn Peter en ik naar een restaurant gegaan en hebben voortreffelijk gegeten. Champignons vooraf, daarna een zalige visschotel, heerlijke wijn en ijs met koffie toe. Het kon niet op. Na afloop van het feestelijke etentje zijn we teruggegaan naar de Keizersgracht, namen nog een afzakkertje en zijn gaan slapen.
De volgende ochtend kreeg ik om 10 uur thee op bed. Heb me gedoucht en ben naar beneden gegaan en heb zitten te lezen in 'The Gardens of Sissinghurst' waarin de relatie beschreven staat tussen Vita Sackville-West en Violet Trefisus, figuren uit het boek "Portret van een huwelijk". Na de dood van de Engelse schrijfster Vita Sackvile-West (1892-1962) vond zoon Nigel Nicolson een autobiografisch manuscript van zijn moeder over de gepassioneerde liefdesverhouding die zij tijdens haar huwelijk met een ander vrouw had, Violet Trefusis. Pas toen alle betrokkenen waren overleden, besloot Nicolson tot publicatie over te gaan. 
Na de heerlijke lunch heb ik het pand verlaten en ben naar het Concertgebouw gelopen (het regende en Amsterdam was bedekt met een donkere onheilspellende kleur, wat is het toch een schitterende stad, waarom woon ik er niet verdomme) waar Ineke me stond op te wachten. Samen hebben we geluisterd naar de 'Missa Solemnis' opus 123 van Beethoven. De solisten waren veranderd: Anna Reynolds was vervangen door Birgit Finnila dat niet zo erg was want dat mens heeft ook een schitterende stem.
Het Kyrie was zo mogelijk het meest indrukwekkende deel van dit imposante werk. De uitvoering door het Concertgebouworkest o.l.v. Rafael Kubelik was prima. Kubelik leidde het geheel met een uiterst beheerste directie, die steeds tot het juiste doel leidde. Resultaat: een memorabele vertolking van een der verhevenste composities, die ooit bij de Mis-tekst is geschreven, waarbij de prachtige vioolsolo (door Herman Krebbers) in het Benedictus speciale vermelding verdient.
De uitvoerenden waren de sopraan Helen Donath, de alt Finnila dus, verder de tenor Horst Laubenthal, de bas John Shirley-Quirk en het Groot Omroepkoor van de NOS. Een keurkorps, zowel vocaal als instrumentaal.
Het Gloria en Credo werden zo mooi gespeeld en gezongen, dat ik me moest inhouden niet in tranen uit te barsten. Het Sanctus-Benedictus klonk wat onzeker hier en daar maar dat kan ook aan mijn oren hebben gelegen. Je raakt misschien verzadigd als je zoveel concerten meemaakt en een beetje luisterlui. Maar we houden het er mooi in want ik wil zo veel als maar mogelijk is, horen en zien.
Het Agnus-Dei klonk overweldigend en we waren weer bij de les. Er is een dirigent geweest die ooit zei dat dit werk 'de koorzangersequivalent van het beklimmen van de Mount Everest' was, 'maar dan zonder zuurstofmasker'. Ben vergeten wie het zei maar er zit wel iets in. Hoewel ik de Mount Everest nooit heb beklommen maar wel 'ns een zuurstofmasker nodig had omdat de emoties me te veel werden wanneer er weer 'ns mooie muziek werd uitgevoerd dat me naar de keel greep.
Het concert ter gelegenheid van de 150ste sterfdag van Beethoven werd zonder pauze gespeeld. Dat kwam mij wel goed uit want ik kon dan de trein van 17:30 nemen. Het was fijn om bij dit concert te zijn en heb nog wel wat moeite gedaan om na afloop de handtekeningen te halen van zowel dirigent als solisten. En dat is gelukt! Makkelijk is het niet want het was enorm druk bij en in de kleedkamers. Er was geen doorkomen aan. Beetje duwen en trekken en je komt er uiteindelijk wel.
Na het concert naar Groningen waar ik werd afgehaald, zoals afgesproken, door Theo Wolthuis en Gerrit Veld. Ze hadden me enthousiaste verhalen verteld over de Hamster Kring of Kunstkring Den Ham en daar moesten we beslist heen. Achteraf heb ik er spijt van zo overhaast uit Amsterdam te zijn vertrokken want het was werkelijk een afschuwelijke gedoetje. Als je zo'n plezierig weekend achter de rug hebt in mijn geliefde hoofdstad en je gaat tot slot naar een 'Kunstkring' in een dorp in Groningen, dan bijt dat elkaar. Dat werkt niet, je kunt beter naar huis gegaan en alle indrukken en ervaringen op een rij zetten. En dan tevreden het vermoeide hoofd op een kussen vleien.
Maar dat heb ik dus niet gedaan, ik moest zo nodig naar een zaaltje in een dorpscafé waar een amateurkwartet een strijkkwartet van Haydn speelde. Toegegeven, niet onverdienstelijk. Gevolgd door een zigeunerorkest met irritante rot muziek. Vreselijk! Dat werd gevolgd door een sketch van een overspannen tandarts die naar de naam Jaap Stienstra luisterde, en dat was zo mogelijk nog vreselijker dan het voorafgaande. Waarom doe ik dit?
Ik dacht in een gezelschap van mensen te komen die over 'kunst met een grote K' zouden praten en discussiëren in een donkere ruimte met sigarettenrook overal. Maar neen hoor, gewoon een aangeklede boerenbruiloft en dat alles na de geweldige ervaring in het Concertgebouw met de Missa Solemnis.
Geërgerd ben ik vertrokken. Was het al vroeger van plan maar was afhankelijk van de mensen met vervoer. En aangezien de twee heren het prachtig vonden, bleven ze tot het moment waarop de feestzaal sloot.
Ik zweer plechtig nooit weer een voetstap in Den Ham - of welk afschuwelijk dorp dan ook - te zetten en zeker niet als je uit het culturele bolwerk Amsterdam komt. En dan eindigen in een feestzaaltje.
Eigen schuld dommerik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten